Terugdeinzen
Op diverse fronten wordt dezer dagen geprobeerd het stagnerende vredesproces in het Midden-Oosten vlot te trekken.
De Israëlische premier Ehud Olmert ontmoette donderdag de Egyptische president Hosni Mubarak in de badplaats Sharm al-Sheikh. De Amerikaanse president George Bush ontving donderdag de Duitse bondskanselier Angela Merkel op het Witte Huis in Washington. Inzet van beide gesprekken was onder andere de dialoog tussen Israël en de Palestijnen weer op gang te brengen.Dat is niet gelukt. Het kantoor van Olmert liet in een persbericht weten dat de gesprekken met Mubarak „niets hebben opgeleverd.” President Bush verklaarde na de ontmoeting met Merkel slechts dat „mevrouw de bondskanselier een goed idee heeft geopperd om het kwartet weer te laten samenkomen.” Het kwartet bestaat in dit geval uit de Verenigde Staten, Rusland, de Europese Unie en de Verenigde Naties. Gevieren stelden zij enkele jaren geleden de zogenaamde routekaart voor de vrede op, een vredesplan dat uiteindelijk in een tweestatenoplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict voorziet. Het document is echter tot nu toe een dode letter gebleken.
Dat is ook niet zo verwonderlijk. Beide partijen in het conflict hebben zich volledig ingegraven. Sinds de verkiezingsoverwinning van de radicale Hamasbeweging, in januari vorig jaar, ligt het vredesoverleg tussen Israël en de Palestijnen volledig stil. Jeruzalem wenst -terecht- niet te praten met een partij die het bestaansrecht van de Joodse staat niet wil erkennen. Hamas weigert op zijn beurt het fundamentele islamitische dogma op te geven dat grondgebied dat ooit onder moslimgezag is geweest, nooit mag worden opgegeven.
Het is intussen wel de vraag of het vasthouden aan deze opvattingen nog opweegt tegen de gevolgen van een onverzettelijke houding. Hoelang kan de Israëlische maatschappij nog omgaan met de dagelijkse dreiging van terreur en de permanente staat van oorlog waarin het land verkeert? Hoelang kunnen de Palestijnen nog overleven nu de economische situatie door het dichtdraaien van de Israëlische en de internationale geldkraan steeds nijpender wordt?
De discussie over het vredesproces in het Midden-Oosten spitst zich al lang genoeg op politieke kwesties toe. Het uitzichtloze lijden van beide bevolkingen lijkt daarbij een absoluut ondergeschikte rol te spelen. Als wereldleiders, die bij uitstek worden geacht een doorbraak in het conflict te kunnen forceren, niet verder komen dan te verklaren dat de gesprekken niets hebben opgeleverd, of dat er wel een aardig idee is geopperd, geeft dat bitter weinig hoop voor de toekomst.
Wat dat betreft spant president Bush wel de kroon. Nadat hij had verklaard dat Rusland, de VS, de EU en de VN een grotere rol in het vredesproces in het Midden-Oosten zouden moeten spelen, grapte hij dat hij Merkel dit keer „niet over haar rug zou wrijven.” Hij refereerde daarmee aan een topontmoeting in Rusland, afgelopen jaar, waarbij hij Merkel een onverwachte nekmassage gaf. Dat deed de Duitse bewindsvrouw destijds terugdeinzen. Het huidige Amerikaanse Midden-Oostenbeleid wekt momenteel soortgelijke gevoelens op.