Barmhartigheid niet los zien van gerechtigheid
Eind december discussieerden drs. W. J. van Duijn en dr. C. S. L. Janse over de vraag of de SGP zou passen in een centrumlinkse coalitie. Vandaag een slotreactie van Janse.
In zijn laatste bijdrage stelt Van Duijn dat we het eigenlijk over tamelijk veel zaken eens zijn. Zoiets kan met vreugde geconstateerd worden. Wel vindt hij dat zijn eerste artikel niet goed gelezen en begrepen is. Dat is altijd vervelend, waarbij natuurlijk wel de vraag in het geding is of de auteur zelf duidelijk genoeg geweest is.Belangrijk voor een goede discussie is ook dat systematisch ingegaan wordt op elkaars argumenten. In mijn vorige reactie heb ik op grond van het stemgedrag van de SGP-fractie, het verkiezingsprogram, de voorkeur van de SGP-kiezers (voor zover RD-abonnee) en de opstelling van de fractie in de jongste affaire-Verdonk, geconstateerd dat voor de SGP de afstand tot de PvdA groter is dan tot de VVD. Van Duijn gaat daar helaas niet op in.
Wel verduidelijkt hij zijn opmerking over het „goedbedoeld aanmodderen.” Die brengt het verdriet over de zonde tot uitdrukking. Daarmee is een misverstand weggenomen. Beeldspraak werkt niet altijd verhelderend.
Dan heeft hij zich zeer gestoord aan mijn opmerking dat het woordenspel van revolutionair knalrood en verzoenend bloedrood op de grens van het profane ligt, zo niet er overheen. Let wel: ik heb niet gesteld dat dit profaan is, maar het nadert in ieder geval de grens. En dat grensgebied kunnen we maar beter mijden. Er is in de brede orthodoxie een teloorgang van het besef van Gods heiligheid. Dat vinden we in de tegenwoordig veel gelezen (Amerikaanse) evangelische romans. Het vrijgemaakte schooldagcabaret van september jongstleden is daar een nog droeviger voorbeeld van.
Particulier
Van Duijn besluit zijn artikel met de oproep dat de SGP (bloed)rood moet zijn. „Vol van de liefde en barmhartigheid van Hem die Zijn bloed voor ons zondaren heeft gegeven.” Twee dingen zou ik daarbij willen opmerken. Allereerst dat wij moeten beseffen dat de genade particulier is. Anders gezegd: wij mogen de verzoening niet algemeen maken.
In de tweede plaats dat wij de liefde en barmhartigheid van Christus nooit los mogen zien van Gods gerechtigheid. God is wel barmhartig, maar Hij is ook rechtvaardig, zo leert ons de catechismus. Dat is een notie (een notie met duidelijk politieke relevantie) die in deze tijd verloren dreigt te gaan. Helaas ook onder hen die zich gereformeerd noemen.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het RD.