Opvallende daling verkoop detailhandel
De detailhandel heeft in de eerste helft van dit jaar 0,4 procent minder verkocht dan vorig jaar. Het is voor het eerst sinds 1994 dat de omzetcijfers een daling laten zien, zo meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vanmorgen.
Vooral zogeheten non-foodwinkels zagen hun omzet dalen, levensmiddelenwinkels zetten nog wel meer om. Sinds 1998 loopt de omzet in de non-foodsector al terug, de eerste zes maanden ging er weer 1 procent van af in vergelijking met vorig jaar. Er ging in de detailhandel 3,8 procent meer geld om, terwijl de prijzen met 4,3 procent omhooggingen.
Mensen kopen vooral minder spullen voor in huis. Het CBS noteerde een forse volumedaling bij de meubelwinkels en winkels in aanverwante artikelen als vloerbedekking en verlichting. Zij zetten 4,7 procent minder af dan in het eerste halfjaar van 2001. In geld bleef de omzet echter gelijk. Dure meubels zijn uit de gratie en mensen slaan eerder zelf aan het klussen. De doe-het-zelfwinkels verkochten juist wel meer, aldus de rekenmeesters.
Ook textielsupers als Zeeman waren populair. Daar ging voor bijna 8 procent meer aan kledingstukken over de toonbank. Maar ook bij de drogisterijen en winkels in huishoudelijke artikelen ging het nog altijd goed.
De levensmiddelenwinkels haalden 5,7 procent meer geld binnen, bij 4,7 procent hogere prijzen. Vooral de supermarkten boerden goed, met een 6,3 procent hogere omzet. Groenteboer, slager en slijterij zagen hun omzet met gemiddeld 2,3 procent iets minder hard stijgen.
Ook postorderbedrijven en de ambulante handel (onder andere markten en bloemenstalletjes) tellen mee in de cijfers. Daarover zegt het CBS niets specifieks.