Verzoeningspoging
Titel: ”De taal van God. Prominent geneticus verzoent wetenschap en geloof”
Auteur: Francis S. Collins
Uitgeverij: Ten Have, Kampen, 2006
ISBN 90 259 5721 8
Pagina’s: 239
Prijs: € 19,90.
Een verzoeningspoging tussen godsdienst en wetenschap onderneemt Francis S. Collins, de Amerikaanse geneticus die met zijn Human Genome Project het menselijk DNA ontcijferde. Collins keert zich tegen Dawkins als de voornaamste woordvoerder voor het gezichtspunt dat een geloof in evolutie onvermijdelijk atheïsme behelst. Hij spreekt van een „giftige persoonlijke agenda” die schuilgaat achter Dawkins’ rationele argumenten.
Maar Collins stelt zich even sterk op achter de evolutie, die volgens hem wetenschappelijk onweerlegbaar is. Zo gelooft hij in de oerknal als ontstaan van de wereld, maar, zo voegt hij eraan toe, alleen een bovennatuurlijke verklaring buiten tijd en ruimte, dat wil zeggen God, is hiervoor verantwoordelijk geweest.
Collins is vol lof over Darwin en diens theorie van de natuurlijke selectie. Deze theorie levert de grondslag voor het begrip van de onderlinge verwantschap van alle levende wezens. Collins kiest echter voor de optie van „theïstische evolutie.” Deze is volgens hem het meest voorkomende standpunt bij serieuze biologen die ook serieuze gelovigen willen zijn. Geen wetenschapper kan op dit moment stellen dat er een naturalistische verklaring van de oorsprong van het leven onder handbereik ligt. Er is dus goede reden om in God te geloven, stelt Collins. Hij wijst op het bestaan van wiskundige principes en van een orde in de Schepping. Toen hij het eerste concept van het bouwplan van de mens -de DNA-structuur- bekendmaakte, was zijn reactie: „De taal van God is ontcijferd.”
De schrijver gaat uit van het feit dat het heelal 14 miljard jaar oud is, de aarde 4 miljard jaar. Pas veel later is de mens uit het dier (de chimpansee) geëvolueerd, maar, nogmaals, niet buiten Gods scheppingsplan. Wie in creationisme gelooft, bedrijft volgens Collins intellectuele zelfmoord. Hij is bijzonder fel tegen de theorie van Intelligent Design. Het is volgens hem een theorie van de ”God van de gaten” die als een onhandige Schepper geregeld tussenbeide moet komen als het niet goed gaat. Het gevaar van deze theorie is dat het geloof in diskrediet wordt gebracht.
Volgens Collins werkt wetenschap zelfcorrigerend en ontdekt ze lacunes en fouten. Hij roept op tot een wapenstilstand in de escalerende oorlog tussen wetenschap en spiritualiteit. Zijn stelling dat God en wetenschap verenigbaar zijn relevant voor deze tijd. Temeer omdat de toon van het debat is verscherpt.