EU, doorbreek taboe op Taiwan
Het wordt tijd dat de Europese Unie opkomt voor een billijke internationale benadering van Taiwan, zeggen Bas Belder en Dick Jan Diepenbroek . Brussel moet tegenover China het taboe op Taiwan doorbreken.
Nationale obsessies zijn gevaarlijk. Niet het minst voor de buitenwereld. Voor de Volksrepubliek China heet die nationale obsessie naar goed diplomatiek taalgebruik: ”One China Policy”. In concreto betekent dat de politieke aansluiting van het eiland Taiwan bij het Chinese vasteland. Daarmee miskent Peking de keuzevrijheid van 23 miljoen Taiwanezen, let wel: inwoners van een soevereine staat die nimmer deel heeft uitgemaakt van de volksrepubliek. Aan de Europese Raad en de Europese Commissie nu de schone taak om dit taboe te doorbreken. Want lippendienst aan China’s Taiwanobsessie is principieel onwaardig en strategisch risicovol.Welhaast gebiologeerd slaan Europa’s politieke elite en zakenwereld de ”vreedzame opkomst” van het Rijk van het Midden op het wereldtoneel gade. Deze westerse fascinatie dreigt inmiddels door te slaan naar een irrationele onderdanigheid. Peking wordt op zijn politieke en economische wenken bediend. Een ononderbroken stroom van namaakartikelen, waaronder nepmedicijnen, ten spijt. Alsof de Chinese belangen immer sporen met de onze.
Neem het democratisch perspectief. Een Europese keuze tussen de communistische Volksrepubliek en de democratische Republiek China (Taiwan) moet toch niet moeilijk zijn. De werkelijkheid oogt anders. Brussel laat zich sinds jaar en dag door Peking ringeloren. Er bestaat slechts één China, en dat is de volksrepubliek. Normale diplomatieke betrekkingen met Taiwan zijn derhalve uitgesloten.
Verbetenheid
Ligt dat echt zo scherp? Enkele persoonlijke ervaringen. Een jaar geleden hoorden we een Chinees kabinetslid fulmineren over die „zogenaamde president” van Taiwan. Ze wist waarschijnlijk van onze eerdere ontmoeting met president Chen. „Waarom rept u niet over de ”zogenaamde Taiwanese oppositie” waarvan u zo hoog opgeeft?” gaven we meteen terug. Toegegeven, de aanwezige Chinese ambtenaren toonden enig gevoel voor humor.
Bij de Chinese missie in Brussel daarentegen heerste louter verbetenheid. We moesten en zouden de ”One China Policy” in ons rapport ”EU-Chinarelaties” opnemen. Daarvoor mobiliseerde Brussel met name de hele socialistische fractie in het EP. Zo leer je nog eens de echte (volks)democraten kennen.
Redelijke tegenargumenten hielpen niet. Noch het ideële verweer van de ontoelaatbaar eenzijdige politieke invulling van Taipeis toekomst door Peking, noch de pragmatische vingerwijzing dat het Chinese leiderschap de ”vreedzame hereniging” stellig zou bevorderen door eigen attractiviteit. En bij die laatste aangename eigenschap horen beslist niet honderden op Taiwan gerichte raketten of alle verwoede Chinese pogingen om het eiland internationaal compleet te isoleren.
Breek daarover trouwens de mond van de op Taiwan gedetacheerde Europese diplomaten niet open. Zij vreesden de afgelopen jaren voor hun gezondheid vanwege China’s ”One China Policy”-obsessie. Denk aan de SARS-epidemie of aan het vogelgriepvirus. Ziektes die een mondiale aanpak vergen. Dan moet Taiwan wel volledig kunnen functioneren binnen de Wereldgezondheidsorganisatie… De Chinese Communistische Partij kent blijkbaar hogere belangen dan de bescherming van mensenlevens in binnen- en buitenland.
Vrees
Ondertussen gedogen de Chinese autoriteiten geen gelijkwaardige diplomatieke contacten tussen Taiwanese en Europese autoriteiten. Evenmin op lidstaatniveau. Dat leerde ons een ontmoeting met de minister voor Taiwans betrekkingen met het vasteland, dr. Joseph Wu, vorige week donderdag 7 december in Taipei. Hij was pas terug van een Europese tour. Veel lof zwaaide dr. Wu onze oosterburen toe. In Parijs zat de vrees voor Chinees ongenoegen er evenwel diep in. Niet welkom dus! Diplomatiek genoeg hebben we hem maar niet naar zijn Haagse ervaringen gevraagd. Wellicht een tip voor onze Tweede Kamer.
Gegeven het grote belang dat de Europese Unie en haar lidstaten hechten aan vrede en stabiliteit in de regio Oost-Azië,ondermijnt de officiële Europese lijn van ”One China Policy” uitgerekend deze doelstelling. Typerend genoeg onderkent de Europese Commissie deze riskante tegenstrijdigheid in haar laatste mededeling over de betrekkingen tussen de EU en China, die van 24 oktober. Derhalve omwindt zij het een-Chinabeleid met een vijfvoudig voorbehoud: geen eenzijdige wijziging van de status-quo, sterk verzet tegen gebruik van geweld, aanmoediging van pragmatische oplossingen en vertrouwen wekkende maatregelen, steun aan dialoog tussen alle partijen en voortzetting van economische en handelsrelaties met Taiwan.
Interessant die laatste, nogal eens onderbelichte pragmatische band met Taiwan. „Dé opstap voor zakendoen met het vasteland”, onderstreepte een Europese ingewijde ter plaatse. Exact een Nederlands belang!
Het is, kortom, tijd dat de EU opkomt voor een billijke internationale benadering van Taiwan. Brussel moet tegenover Peking het taboe op Taiwan doorbreken. Op straffe van toenemende regionale instabiliteit, inclusief wapenrace, in Oost-Azië in het geval van eigen nalatigheid. Tenslotte mag China’s Taiwanobsessie absoluut de onze niet zijn!
De auteurs zijn respectievelijk Europarlementariër voor de ChristenUnie-SGP en beleidsmedewerker constitutionele zaken bij die fractie.