Dat blijkt uit onderzoek van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) dat vrijdagmiddag werd gepresenteerd. De commissie sprak met negen hypotheekverstrekkers, waaronder ING Bank, Rabobank, SNS Bank, Postbank en ABN AMRO Bank.Vier van de negen geldverstrekkers maken indirect onderscheid naar postcodegebied. Zij weigeren woningen in achterstandswijken in de vier grote steden als onderpand voor de hypotheek.

Hoewel de CGB concludeert dat dit onderscheid geen algemene praktijk is, kan het wel grote gevolgen hebben, omdat deze huizen hierdoor onverkoopbaar dreigen te worden.

Alle onderzochte geldverstrekkers maken indirect onderscheid naar verblijfsstatus. Zeven van hen geven geen hypotheek als de aanvrager geen burger is van de EU, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland en hier geen verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd heeft. De andere twee banken hanteren beperkende voorwaarden of geven een lagere lening dan gebruikelijk.

Op 1 oktober dit jaar waren er in Nederland 235.000 mensen met een verblijfsstatus voor bepaalde tijd. De CGB vindt het belangrijk dat ook zij de mogelijkheid krijgen om een huis te kopen en een hypotheek af te sluiten. Zij adviseert hypotheekverstrekkers beperkende voorwaarden te schrappen.

De commissie constateerde tijdens haar onderzoek dat banken bereid zijn hun eigen toelatingscriteria kritisch tegen het licht te houden en eventueel te herzien. Ze stuurt aan op „zelfregulering” in de sector.