Geweld op school ontoelaatbaar
Het is de hoogste tijd dat politiek, schoolbesturen, gemeentelijke overheden en het personeel zelf zich gaan inzetten om agressief gedrag op scholen aan te pakken, stelt Michel Rog.
Eén op de twee onderwijsondersteuners wordt geconfronteerd met geweld in zijn werksituatie. Bij één op de vijf collega’s is het lijfelijk geweld. Dat blijkt uit een recent onderzoek van NCRV en Onderwijsbond CNV over geweld onder klassenassistenten, administratief medewerkers, conciërges en andere onderwijsondersteuners. Wekelijks verschijnen berichten in de media over geweldsincidenten in en rond de school. De gewelddadige dood van de 8-jarige Jesse Dingemans in de basisschool in Hoogerheide vormt daarin een triest en jammerlijk hoogtepunt. De vraag die dan direct wordt opgeworpen is of we ons kunnen wapenen tegen geweld in de school.De Onderwijsbond CNV wil zich niet neerleggen bij dit fenomeen van agressie en geweld. In de eerste plaats omdat dat zou betekenen dat we ons neerleggen bij een morele en culturele verloedering van de samenleving. En juist de wereld van opvoeding en onderwijs mag dit niet over zijn kant laten gaan.
Leerlingen, en zeker de jongere onder hen, moeten zich veilig en geborgen voelen op de school die ze bezoeken, net zo veilig als thuis bij hun ouders. Onderwijspersoneel speelt daarbij nu al een belangrijke rol. De meeste docenten kennen de soms gecompliceerde thuissituatie van de leerlingen die aan hen zijn toevertrouwd tot in detail. Scheiding, ernstige ziekten in de familie, achterstanden, omgangsregelingen, contacten met de politie: de meester en de juf zijn vaak goed op de hoogte. Zeker brede scholen zijn met de aanwezigheid van schoolarts, maatschappelijk werker, naschoolse opvang, GGD, wijkagent en anderen goed geïnformeerd.
Uit onderzoek blijkt ook dat op scholen met een goed registratiesysteem waar tijdig gesignaleerd wordt wat er met het kind en zijn omgeving aan de hand is, minder incidenten voorkomen dan op scholen waar zo’n systeem ontbreekt.
Honkbalknuppels
Ondanks zo’n zorgsysteem blijven er echter ouders met ’korte lontjes’ en dan kan het ook uit de hand lopen; honkbalknuppels en pistolen zijn in dit verband al op de school gesignaleerd. Omdat ouders het beste willen voor hun kind, deinzen sommigen er niet voor terug om bij tegenvallende leerprestaties van hun kind de docent of de conciërge een pak slaag te verkopen.
In een uitzending van NCRV-Netwerk kwam een docent aan het woord die niet alleen op school was geconfronteerd met geweld, maar die ook thuis weken achtereen werd getreiterd. Ook zijn vrouw en kinderen leden daaronder. De leiding van de school bleef, ook toen de ellende voortduurde, voortdurend spreken over „dat akkefietje van jou.” Wie slachtoffer is geworden van geweld, voelt zich met dit soort commentaren niet bepaald beschermd in zijn eigen school.
Uit het eerdergenoemde onderzoek blijkt dan ook dat 35 procent van de onderwijsondersteuners zich na agressie-ervaringen gesteund voelt door de collega’s, maar slechts 8 procent voelt zich gesteund door de schoolleiding. Regel zou moeten zijn dat elke vorm van fysieke agressie bij de politie wordt gemeld eventuele anonieme aangifte -en wel met naam en toenaam in het proces verbaal staat- en dat de school zich opwerpt als vertegenwoordiger van de klagende partij.
Als dan onverhoopt, zoals in januari van dit jaar, de rechter een klap van een boze vader afdoet met een acceptgiro van 150 euro, kan de conclusie niet anders luiden dan dat de rechterlijke macht de ernst van geweld in school onderschat. De mishandelde vrouw zei daar zelf over: „Je doet je werk, krijgt een flinke ram, en vervolgens wordt het behandeld als te hard rijden of bellen in de auto.”
Heldere taal
De samenleving moet uitstralen dat geweld tegen onderwijspersoneel niet getolereerd wordt, dat fysiek geweld altijd uit den boze is en dat er altijd sancties op volgen. De officier van justitie heeft van de ministers Donner en Remkes eerder de opdracht gekregen altijd de hoogste straf te eisen bij geweld tegen politieagenten. Dat is heldere taal, waar ook onderwijspersoneel op rekent.
Daarnaast moet er helderheid zijn op de werkvloer zelf. Dat kan via veiligheidsprotocollen en door trainingen in geweld. Driekwart van al het ondersteunend personeel heeft nog nooit een antigeweldstraining gevolgd. Dat is een verontrustend gegeven, want zij die wél een agressietraining volgden zijn vaak enthousiast over de bruikbaarheid en het nut van zo’n cursus bij de omgang met moeilijke leerlingen en/of ouders. „Daardoor durven wij agressieve ouders rustig tegemoet te treden en hen te kalmeren. Die lessen zorgen ervoor dat je weet hoe je staat, hoe je overkomt. Je leert letterlijk stevig op aarde te staan, en daardoor durf je zekerder op ouders af te stappen”, aldus een locatieleider van een school in Deventer waar een vader plotseling een pistool uit zijn tas haalde.
De zorgen over intolerantie en agressief gedrag tegenover onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel zijn nu voldoende uitgesproken. Veel oplossingen zijn bekend en bereikbaar. Het is nu de hoogste tijd dat de goede wil wordt getoond bij betrokken partijen als politiek, schoolbesturen, gemeentelijke overheden en het personeel zelf.
De auteur is bestuurslid van de Onderwijsbond CNV.