Cultuur & boeken

Pastoraal en bewogen

Titel: ”De stem van het hart”
Auteur: John Newton; vert. J. de Jager
Uitgeverij: Gebr. Koster, Barneveld 2006
ISBN 90 5551 385 7
Pagina’s: 114
Prijs: € 11,90.

Dr. P. de Vries
13 December 2006 08:16Gewijzigd op 14 November 2020 04:21

Van de Engelse predikant en dichter John Newton verscheen een nieuwe verzameling brieven in Nederlandse vertaling. Daaruit blijkt hoezeer hij hechtte aan de christelijke geloofsleer, maar ook hoe afkerig hij was van dogmatische twistgesprekken. Nooit moeten we vergeten, schrijft hij, dat de allesbeslissende vraag niet is: „Bent u gezond en zuiver in de leer?” maar: „Hebt u Mij lief?” John Newton (1725-1807) kwam op 22-jarige leeftijd bij een storm tot waarachtige bekering. Van kapitein op een slavenschip werd hij -nadat hij eerst nog als hoofd van de douane in Liverpool had gewerkt- predikant in de Anglicaanse Kerk, aanvankelijk te Olney en later te Londen.

Newton was geen oorspronkelijk denker, maar wel een man die op zeer pastorale wijze de leer van Gods genade in Christus uiteen kon zetten. Veel meer dan door de van hem bewaarde preken spreekt hij nog altijd door middel van de door hem gedichte liederen en de brieven die hij schreef en die veelal van meet af aan voor verspreiding in wijdere kring waren bedoeld.

Geestelijk leven
Naast de geschiedenis van zijn bekering, die hij in een veertiental brieven beschreef, is de bundel ”Cardiphonia” (”Stemmen van het hart”) het meest bekend geworden. De titel was een voorstel van zijn vriend en gemeentelid William Cowper. Van de genoemde bundel verscheen bij uitgeverij Koster te Barneveld een selectie van 33 brieven. De vertaling is verzorgd door J. de Jager.

Uit deze brieven blijkt Newtons kennis van de Schrift en de christelijke geloofservaring. Duidelijk komt naar voren dat er voor een christen geen verandering te vergelijken is met de overgang uit de duisternis tot het wonderbare licht van Gods genade. Als deze verandering zich heeft voltrokken, zo schrijft Newton, bestaat het geestelijk leven veel meer uit levendige indrukken van innerlijke blijdschap dan uit een helder en duidelijk besef van Gods werk in Christus. Er pleegt ook nog weinig kennis te zijn van de verdorvenheid van het eigen hart en van de blijvende betekenis van de ontdekkende functie van de wet in het leven van de gelovigen.

Newton zelf vertelt in de brieven over zijn bekering dat hij terugziende met de kennis die hij inmiddels had, zich de eerste zes jaar van zijn geestelijke loopbaan nauwelijks een christen kon noemen, zo gering was zijn bevindelijke en leerstellige kennis. Helaas, zo brengt Newton naar voren, gaat toename van leerstellige kennis en van bevinding vaak samen met een afname van vurigheid in het belijden van Christus. Daarom is het nodig om waakzaam te zijn en biddend en gelovig de genademiddelen te gebruiken.

Teksten krijgen
Een thema dat telkens terugkeert in de brieven van Newton is de blijvende zondigheid van een christen hier op aarde. Een verbroken en verslagen hart, een overtuiging van eigen verdorvenheid en nietigheid samen met een hartelijk aannemen van Christus, zoals Hij in het Evangelie geopenbaard is, is het hoogste wat wij in dit leven kunnen bereiken. Gevoelige vertroostingen zijn daaraan ondergeschikt.

In verband hiermee wordt duidelijk waarom Newton voorzichtig was met het krijgen van teksten. Vaak rechtvaardigen wij met een beroep daarop datgene wijzelf willen. Doel van de openbaring is echter allereerst dat wij dicht bij de Heere leven.

In de lijn van Luther betoogt Newton dat het bevindelijk onderscheiden van werkverbond en genadeverbond niet zo eenvoudig is en een levenslange les blijft. Het is, zo schrijft hij, zijn voornaamste genoegen de volkomen Middelaar te verkondigen, maar er is hier een verschil tussen verstand en beleving. Hoewel wij genodigd worden het water van het leven om niet te nemen, zijn we toch vaak mistroostig als wij in onszelf niets vinden om te betalen. Als wij vrijmoedig door Christus tot God naderen, zijn we veelal weer eerder tevreden over ons eigen geestelijke leven dan verwonderd over de grootheid van Gods genade.

Twistgesprekken
Duidelijk is dat voor Newton een christen zijn levenlang een leerling behoort te blijven en in geen enkel opzicht een gearriveerd mens moet zijn. De werkelijkheid van de wedergeboorte doet niets af aan het feit -en nu gebruik ik de woorden van Luther- dat het christen-zijn meer een worden dan een zijn is.

Newton erkende ten volle de betekenis van de christelijke geloofsleer juist voor de geloofsbeleving. Hij was echter afkerig van dogmatische twistgesprekken en werd dat bij het ouder worden zelfs nog hoe langer hoe meer. We moeten niet proberen, zo schrijft hij, onze denkbeelden -ook al zijn ze Bijbels- in de hoofden van anderen te hameren. Al zijn de denkbeelden dan Bijbels, dan nog is deze handelwijze ongeestelijk. Ze verdraagt zich namelijk niet met Gods geduld. Nooit moeten we vergeten dat de allesbeslissende vraag niet is: ”Bent u gezond en zuiver in de leer?”, maar: ”Hebt u Mij lief?” In een van zijn gezangen zegt Newton in dit verband: „Heere, geef dat ik U nu lief mag krijgen als ik U nog niet liefheb en geef dat ik U meer lief mag krijgen als ik U reeds liefheb.”

Het hoeft geen betoog dat ik heel blij ben met deze uitgave van Newtons brieven. Nederlands kerk zal er wel bij varen als niet alleen datgene wat Newton voorstond maar ook de wijze waarop hij het voorstond meer in haar wordt gevonden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer