Nostalgische verhalen over Drenthe
Titel: ”Mijn Drenthe” door Gerrit Jan Zwier; uitg. Atlas, Amsterdam, 2006; ISBN 90 450 1130 1; 256 blz.; € 19,90;
”Een kleine wereld. Terug naar het dorp van mijn ouders”
Auteur: Marga Kool
Uitgeverij: Ambo, Amsterdam, 2006
ISBN 90 263 1948 7
Pagina’s: 253
Prijs: € 17,95.Drenthe is anno 2006 een speeltuin van de recreant geworden: campings en bungalowparken schieten als paddenstoelen uit de grond. Wie zich tijdens een midweek op de hei wil verdiepen in de geschiedenis van deze provincie kan daarvoor terecht in twee recent verschenen boeken: ”Mijn Drenthe” van Gerrit Jan Zwier en ”Een kleine wereld” van Marga Kool.
Gerrit Jan Zwier heeft zijn boek ”Mijn Drenthe” ingedeeld in alfabetisch gerangschikte hoofdstukken, die overigens nogal ongelijk van lengte zijn. Uitgeverij Atlas heeft inmiddels volgens deze formule al een aantal andere boeken uitgebracht, waaronder ”Mijn Wadden”, eveneens van de hand van deze auteur.
”Mijn Drenthe” heeft veel weg van een bundeling columns. De onderwerpen lijken nogal willekeurig gekozen; van onderlinge samenhang is nauwelijks sprake. Om een indruk te geven: de hoofdstukken hebben titels als ”Achterlijk dorp”, ”Drentenieren”, ”Toverij”, ”Veenlijk” en ”Witte wieven”. De auteur citeert uitvoerig uit historische en literaire bronnen. Voor (historische) reisverslagen zijn ruim zeventig pagina’s ingeruimd. Voor beschouwingen over de volksaard krap veertig.
Model Saks
Het is verleidelijk om uit de laatste categorie te citeren. Prof. dr. J. Waterink schreef in 1937 een artikel over het verschil tussen ”het zuiver Friesche type” en een ”model Saks”. „Hij zegt: „joa, joa” en denkt bij zichzelf: waarom zou ik een discussie beginnen; gij hebt uw standpunt en ik het mijne.” Anne de Vries, de schrijver van ”Bartje”, ziet Drenthes positie als het historische stiefkind van Nederland als een verklaring voor wat hij kenmerkend vindt voor de bewoners: mateloos vertrouwen in ’eigen volk’ en mateloze achterdocht ten opzichte van vreemden.
Volgens Gerrit Jan Zwier zijn er twee manieren om over het leven op het platteland te schrijven. „Talloos zijn de boeken waarin het dorpsleven wordt verheerlijkt en geromantiseerd. Vaak heeft de schrijver dan zijn pen in heimwee en nostalgie gedoopt. (…) Daar lijnrecht tegenover staan de romans waarin het plattelandsleven als een geestelijke mestvaalt wordt beschreven en de stad wordt bewierookt. Dan zet men zich juist af tegen de herhaling, die als stilstand wordt gezien, en worden woorden als dynamiek en cultuur met goudverf geschreven.”
De auteur kiest zelf vooral voor de romantische benadering, al schuwt hij het kraken van kritische noten niet. Over de populariteit van deze provincie bij toeristen noteert hij bijvoorbeeld: „Het ’verdriet van Drenthe’ is dat dit gewest modern is geworden, dat het tot een speeltuin van de recreant is geworden.” Even verderop heeft hij het over het uitzetten van een Ot-en-Sienwandeling door het Drentse dorp Roden. „Want wij leven nog steeds in een nostalgische tijd, ervan overtuigd dat Nederland begin 1900 op zijn mooist was.”
Jeugdherinneringen
Ook de in Drenthe getogen auteur Marga Kool kiest in de roman ”Een kleine wereld” voor een nostalgische toon. Ze publiceerde eerder een aantal dichtbundels (in het Drents). Het overlijden van haar vader in 1999 was voor haar aanleiding om haar jeugdherinneringen op papier te zetten. Ze noemt haar roman overigens niet autobiografisch, al heb je als lezer regelmatig het gevoel dat de dorpsfiguren en hun belevenissen rechtstreeks aan het echte leven ontsproten zijn.
De hoofdpersoon van het boek is een internationaal bekende archeologe die, als haar bejaarde vader in het ziekenhuis wordt opgenomen, halsoverkop naar Nederland afreist en haar intrek neemt in het ouderlijk huis, een boerderijtje op het Drentse platteland. Verleden en heden lopen vervolgens voortdurend door elkaar. Ze bezoekt haar vader in het ziekenhuis, ruimt de woning en de zolder op en ontmoet oude buren, wat aanleiding is voor uitstapjes naar de tijd dat ze kind en tiener was, in de jaren vijftig.
Toegegeven: die formule is niet bijster origineel en is voor de lezer vanwege het steeds omschakelen ook wel enigszins vermoeiend. Maar Marga Kool verstaat de kunst om te boeien en te ontroeren, ook juist door gedetailleerde beschrijvingen van alledaagse dingen. Alsof ze door op het juiste knopje te drukken ook bij de lezer laatje…tjes met jeugdherinneringen weet te openen. Heel jammer dat -net als bij Zwier overigens- haar tekst veelvuldig ontsierd wordt met krachttermen en vloeken.
Weemoed
Je beseft, ook al wordt dat niet expliciet gezegd, dat het portret van het dorpsleven dat uit dit boek oprijst voltooid verleden tijd is. Ook al zou menigeen dat wellicht graag anders zien. De Saksische boerderijen in het dorp zijn inmiddels eigendom van rijke mensen uit het westen, die ze soms alleen als vakantiehuis gebruiken. Noaberschap in tijden van vreugde en verdriet; buren die er door een oogje in het zeil te houden voor zorgen dat iemand die niet helemaal spoort, zich toch zelfstandig kan redden; de vanzelfsprekendheid van gedeelde normen en waarden: het is allemaal voorbij. De hoofdpersoon van het boek -zelf een illustratie van het moderne leven: verbroken relatie, altijd op reis, ongelovig- lijkt er met weemoed op terug te kijken.