Economie

Paar schoenen voor een brammetje

Piek, knaak, geeltje en rooie rug hebben hun langste tijd gehad. Straks zitten er fluitjes, brammetjes, gouweringen, deuppi’s en dubbeldekkers in de knip, bijnamen voor euromunten en -biljetten. Het is de vraag hoe lang namen die stand houden. Erg diep is er in ieder geval niet over nagedacht.

Door H. de Boer
23 November 2001 11:59Gewijzigd op 13 November 2020 23:17

Het Nationaal Forum voor de introductie van de euro lanceerde in september een eurobijnamenwedstrijd op internet. Gisteren maakte staatssecretaris W. Bos van Financiën de winnaars bekend. „Een bijna onmogelijke exercitie”, moest hij toegeven. „Bijnamen groeien in de praktijk. We zullen dus over vijf jaar kijken welke namen hebben overleefd.”

KLEB
De ogen moeten meer dan eens worden uitgewreven: hoe kómen ze erbij. Drie keer raden waar KLEB op slaat. Op een biljet van 5 euro dus. ’t Is een afkorting: KLeinste Euro Biljet. Andere suggesties, met een verwijzing naar de grijze kleur van het papiergeld, waren grouwtjes en muisje.

Of neem brammetje, dat voor 50 euro staat. De naam blijkt te slaan op het vieren van de 50e verjaardag. Hulk is weggelegd voor het groene biljet van 100 euro. Voor wie het niet weet –en dat zullen er velen zijn–, de Hulk is een film- en stripfiguur die groen kan uitslaan en op dat moment nogal sterk wordt. De bedenker, Peter van der Boon uit Katwijk, gelooft het zelf nog niet dat de staatssecretaris daar een prijs voor over heeft. „Nee, een wasmachine voor 12 hulkjes, dat klinkt inderdaad niet.”

Marcel Pronk uit Den Haag was gisteren aanwezig om het prijzengeld van 100 euro (220 gulden) en een boek in ontvangst te nemen. Hij bedacht een bijnaam voor de munt van 5 eurocent: handje. „Ik heb op één avond de acht munten gedaan, de volgende avond de zeven biljetten.” Zijn bekroonde vinding is gekoppeld aan de vijf vingers aan een hand en kreeg concurrentie van een bijnaam als steuro (met een knipoog naar de huidige stuiver).

Origineler
De veertienjarige scholier Jacob Stuifbergen uit Castricum kwam de wedstrijd op het spoor door een opdracht van school. „We moesten een werkstuk over de euro maken.” Dubbeltje ligt voor het muntstuk van 10 eurocent voor de hand, vond de jury, maar Jacobs ”deuppie” wordt origineler bevonden. Lang heeft hij niet over zijn vondst nagedacht. „Ik wist niet eens meer dat ik deze naam had verzonnen.”

De naam duocent (muntje van 2 eurocent) van Saskia Osinga uit Oranjewoud kwam met dezelfde snelheid tot stand. „Het opstarten van mijn computer duurde langer.” Ook voor de munt van 1 euro had ze „een aardige” ingestuurd: „enkeltje.” Die bijnaam redde het niet. Eén euro heet nu gouwering, wat slaat op de twee kleuren van het geldstuk. Ook pleuro werd vaak genoteerd. „Je vraagt je af wat voor gedachten mensen daarbij hebben”, grapte Bos. Met de benaming daalder voor de 2 euromunt blijft er tenminste iets bekends behouden.

Het spreekwoord ”Een blauwtje lopen” krijgt een bredere betekenis nu het biljet van 20 euro met die bijnaam door het leven mag. Het fluitje (1 eurocent) maakt een goede kans om te blijven hangen, dankzij de link met het gezegde ”Een fluitje van een cent.”

De jury liet weten bij de beoordeling twee criteria te hebben aangehouden: realiteit en originaliteit. Het werd dus een mix. Zelfs vanuit deze hoek bestaat er twijfel over de houdbaarheid van verschillende namen. „Het zou de jury niet verbazen als bijvoorbeeld de muntjes van 5 en 10 eurocent in het dagelijks spraakgebruik gewoon stuiver en dubbeltje gaan heten.”

Euro non meuro
Staatssecretaris Bos verwacht nog veel meer denkwerk. „Er gaat van alles op de helling. Liedjes, spreekwoorden en noem maar op. Zoals het een bewindsman van Financiën betaamt, heeft hij al een eurovariant op de spreuk ”Geld stinkt niet”: „Euro non meuro.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer