Rheinischer Merkur
Het Duitse christelijke weekblad Rheinischer Merkur stelt de openstelling van winkels op zondag aan de kaak.
„Het is tijd voor een bekentenis: afgelopen jaar heb ik op tweede kerstdag inkopen gedaan. In het reuzenrad met de kinderen, op de kerstmarkt, voelde ik plotseling de kou van het stoeltje. Er zat een scheur in de achterkant van mijn broek, opgedaan door excessief zitten achter beeldschermen. De familie vond dat er onmiddellijk een andere broek moest worden gekocht. In de winkel aan de overkant vond ik die. Honger en nood kennen geen verbod.Intussen kunnen wij, in Berlijn en Brandenburg, 24 uur per dag en op zes zondagen kerstinkopen doen. Hessen is schoorvoetend gevolgd: de gemeenten kunnen vier koopzondagen in het jaar vastleggen. Maar niet op adventszondagen en Kerst.
De huidige levensstijl wil dat zo, gaf Hessens minister van Sociale Zaken bij de openstelling aan. Met andere woorden: we kunnen het niet verhinderen. Afgelopen jaar hebben de kerken met de detailhandelsbonden een pact ter bescherming van de adventstijd gesloten. Dit jaar bezweek die voor de verleiding van de altijd open winkel. Omzet creëert arbeidsplaatsen, luidt het argument. Een doodslagargument.
De bescherming van de zondag staat in de grondwet. Voordat de daarin genoteerde cultuurgoederen sluipend worden prijsgegeven, is de gedachte van de kerken aan een aanklacht niet verkeerd. De zondag is erbij gebaat als meer christenen ook zelf naar de kerk gaan. En op zondag niet verkopen of kopen. Tenzij je je broek scheurt.”
La Croix
Het is een gewoonte dat ondernemingen de zondagen voor Kerst open zijn, schrijft Robert Rochefort in het Franse dagblad La Croix. Ieder jaar komt daarbij de vraag weer op of deze openstelling niet naar het hele jaar moet worden uitgebreid.
„Allereerst een belangrijk punt: toestaan wil nog niet zeggen verplichten. In werkelijkheid zullen alleen de grote ketens en winkels, kortom zij die daartoe de mogelijkheden hebben, zeven dagen per week open zijn. En, nog preciezer, zullen dat de zaken zijn die gevestigd zijn aan drukke winkelzones met een belangrijke concentratie van commerciële dienstverlening in hetzelfde gebied. Voor het overgrote deel van de kleine ondernemingen zal het niet lonend zijn en zullen de gordijnen op zondag dicht blijven.
Het effect zal, ondanks alles, goed zijn in termen van de mogelijkheden om te kopen, maar dat zal enkel de eerste tijd het geval zijn. Inderdaad zijn de gehanteerde prijzen van de grote ondernemingen die het spel van de openingstijden spelen, duidelijk lager. Daar zullen de consumenten baat bij hebben. Tegelijkertijd zullen de desbetreffende werknemers toeslag krijgen voor het werken op zondag, wat goed zichtbaar zal zijn op de loonstrookjes. (…)
Maar er zullen, aan de andere kant, ook negatieve economische effecten zijn voor het geheel van de werkgelegenheid in de detailhandel. Met een vergelijkbare omzet hebben grote ondernemingen inderdaad minder personeel in dienst. Daarentegen vertaalt deze verplaatsing van commerciële activiteit zich zonder twijfel in aankopen die niet langer meer op de andere dagen van de week gedaan worden in kleinere winkels. Dit zal de sluiting van die ondernemingen tot gevolg hebben. De toekomstplannen gaan voorbij aan het feit dat de negatieven effecten zwaarder zullen wegen dan de economische voordelen. In totaal zullen er -nadat een aantal grote ondernemingen heeft besloten op alle zondagen open te zijn- tussen de 15.000 en de 30.000 banen verdwijnen. Het is duidelijk dat men dan ver verwijderd is van het mooie denkbeeld dat sommigen voor ogen hebben.”
NZZ
De Zwitserse krant Neue Zürcher bericht over verkeersagentes in Noord-Korea, die een belangrijk visitekaartje vormen voor Kim Jong Il.
„Alleen volwassen, knappe jonge vrouwen komen als politieagente in aanmerking. Voorbijgangers mogen naar hen kijken maar hen niet aanspreken en al helemaal niet met hen flirten; dat is verboden. Hun baantje is gewild. Dictator Kim Jong Il zingt bij zijn redevoeringen op feestdagen regelmatig zijn lof op hun elegantie. Als ze met 26 jaar het einde van de civiele dienstplicht hebben bereikt, worden afgedankt.
De agentes moeten volgens de regels van de kunst zo mogelijk steeds in beweging zijn, ook als de straten leeg zijn of wanneer ze slechts voetgangers kunnen aansturen. Ze draaien om hun as, strekken hun armen en wijzen met de vlakke hand richting - indien mogelijk volgens een denkbeeldig, beschaafd ritme. Ze mogen hun hals in het uiterste geval licht naar de schouder draaien, maar wel afgemeten. Het voetenwerk is aanzienlijk. Om de twee uur worden de politieagentes afgelost, omdat het werk zeer vermoeiend is.
De aanwezigheid van Noord-Koreaanse verkeersagentes heeft iets absurds, want in hun land is er nauwelijks verkeer. Volgens onze zegsman rijden over een centrale kruising in Pyongyang per minuut misschien vijf fietsen en personenauto’s, plus twee bussen en vrachtwagens. Tot een paar jaar geleden waren fietsen zelfs verboden omdat die Kim Jong Il niet bevielen.”