Ook tegenover de rechter–commissaris heeft verdachte J.C. zijn betrokkenheid bij de moord ontkend, verklaarde advocaat Henk van Asselt na afloop van de zitting bij de rechtbank in Breda. De verdachte heeft wel erkend dat hij vrijdag op de basisschool was waar het jongetje om het leven werd gebracht.Eerdere uitlatingen over een „bizar alibi” nuanceerde de raadsman tot een „bizar verhaal” dat de verdachte bij de politie zou hebben verteld. „Zou kunnen”, antwoordde Van Asselt op de vraag of zijn cliënt zijn halfbroertje van school wilde halen.

Van Asselt herhaalde dat alle mogelijkheden nog open liggen. Zelfs de vraag of de politie met de aanhouding van een 22–jarige man de juiste verdachte te pakken heeft, is volgens hem nog niet beantwoord. Uit het huidige dossier komt ook geen motief naar voren, voegde hij daar maandagmiddag aan toe. De politie sprak eerder van een „zeer serieuze verdachte”.

Van Asselt spreekt van een „mysterieuze zaak”. De verdachte is volgens hem nog steeds rustig en gelaten. Die houding past volgens zijn advocaat niet bij de ernst van de beschuldigingen.

De raadsman heeft zijn cliënt inmiddels twee keer gesproken, maar kan vanwege de beperkingen die zijn cliënt zijn opgelegd niet veel meer zeggen.

Binnen twee weken zal de rechtbank in raadkamer beslissen over een eventuele verdere verlenging van de voorlopige hechtenis.