Van Eijck pleit voor Jeugdautoriteit
DEN HAAG (ANP) - Behalve aan een minister van Jeugd is er ook behoefte aan een landelijke Jeugdautoriteit. Deze moet de minister in staat stellen het beleid van gemeenten te vergelijken en kan op termijn de nog op te richten inspectie voor de jeugd aansturen.
Dat stelde zondag commissaris Van Eijck, die in opdracht van het kabinet de afgelopen jaren het jeugdbeleid heeft doorgelicht.Op dit moment stellen verschillende inspecteurs afzonderlijk onderzoek in als er iets fout gaat met een kind of een jongere. Sinds een paar jaar werken de inspecties voor Gezondheidszorg, Jeugdzorg, Onderwijs, Werk en Inkomen en de Inspectie Openbare Orde wel op projectbasis samen.
Toch gaat het nog steeds niet altijd goed, zo bleek onlangs weer in de zaak van het zogenaamde Maasmeisje, waar eerst alleen op verzoek van de gemeente de Inspectie voor het Onderwijs in werd geschakeld. Pas toen duidelijk werd dat het omgebrachte meisje ook bij Jeugdzorg en andere instanties bekend was, werd het onderzoek breder getrokken. Wat van Eijck betreft, gebeurt dit voortaan altijd standaard.
Hij wil dat er op de lange termijn een inspectie voor de jeugd komt, zodat bijvoorbeeld een school nog maar met één inspecteur te maken heeft, die niet alleen kijkt of alles aan de onderwijs- of zorgregels voldoet, maar die dwars door al die kokers heen kijkt.
Overigens vindt Van Eijck dat de minister van Jeugd maar voor één kabinetsperiode nodig is. De bewindspersoon moet in die tijd het jeugdbeleid, de financiering en de bevoegdheden die nu versnipperd zijn over zeven ministeries, eenvoudiger organiseren. Nog maar drie ministeries mogen dan nog betrokken zijn bij het jeugdbeleid, namelijk Onderwijs, Gezondheidszorg en Veiligheid.
De Jeugdminister moet er ook voor zorgen dat er wethouders Jeugd komen die meer zeggenschap hebben dan op dit moment. Wat Van Eijck betreft hoeft de Jeugdminister geen aparte minister te zijn. „De minister van Onderwijs of Volksgezondheid kan ook Jeugdminister zijn.”