„Verzekeraars zijn geen zakkenvullers”
DEN HAAG - Complex, ondoorzichtig, duur. De populariteit van de beleggingsverzekering is in korte tijd omgeslagen in wantrouwen. Verzekeraars voelen zich in een hoekje gezet. „Het lijkt wel alsof we alleen slechte producten aanbieden.”
Algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars spreekt krachtige taal in reactie op de ontstane ophef over beleggingspolissen. „De suggestie dat bij verzekeraars geld aan de strijkstok blijft hangen, werpen we verre van ons. Wij zijn geen zakkenvullers.”De Autoriteit Financiële Markten (AFM) velde enkele maanden geleden een hard oordeel over beleggingsverzekeringen. Ze zouden ondoorzichtig zijn en relatief duur. De verkopers handelen maar ten dele in het belang van de belegger en de informatieverstrekking zou onvolledig, ontoereikend en niet altijd juist zijn.
Het rapport van de financieel toezichthouder zorgde voor een sneeuwbaleffect. Inmiddels staan consumentenorganisaties en advocaten klaar om schadeclaims in te dienen bij de verzekeraars.
„Ongenuanceerd plakken critici het predicaat woekerpolis op een beleggingsproduct. Daarmee scheren ze alles over één kam. Het lijkt wel alsof het allemaal slechte producten zijn. Dat is niet zo.” Volgens Weurding -zelf ook in het bezit van een beleggingspolis- zijn er wel degelijk „kostenefficiënte arrangementen” mogelijk.
Weurding benadrukt dat transparantie geen vreemd woord is voor de sector. „We zijn kritisch naar onszelf, omdat we als verzekeraars een belangrijke maatschappelijke rol vervullen. Daar hoort gedrag bij dat zich kenmerkt door vertrouwen, integriteit en zekerheid.”
Wel plaatst de directeur een kanttekening. „Ik ben niet tegen kostenuitsplitsingen, maar wat is de toegevoegde waarde voor de consument? Informatie moet zinvol zijn. Aanbieders zijn altijd zo helder mogelijk geweest. Misschien niet altijd zo sterk als op dit moment, maar de consument kreeg voldoende informatie om een goede keuze te maken.”
Hoe hoog zijn de kosten bij beleggingspolissen?
„Uit eigen onderzoek blijkt dat bij een hypotheek in combinatie met een beleggingsverzekering 60 procent van de inleg wordt belegd. De overige 40 procent zijn premie en kosten. Daar krijgt de klant echter wel iets voor terug: een overlijdensrisicoverzekering en een goed advies. Verzekeraars hebben in de periode 2000 tot 2005 een marginaal rendement behaald, zo’n 0,8 procent van de totale premie.”
Toch is de kritiek van de AFM niet mals.
„Het AFM heeft onderzoek gedaan onder vier maatschappijen. Wij vinden het te ver gaan om de conclusies hieruit te projecteren op de hele branche. Wij wuiven de uitkomsten niet weg, maar willen het wel breder trekken. Het AFM-onderzoek is een bouwsteen voor de commissie-De Ruiter, die eind december met aanbevelingen komt voor de sector.”
Critici spreken inmiddels over een drama vergelijkbaar met de aandelenleaseaffaire.
„Die conclusie is veel te voorbarig. Ik sluit niet uit dat er fouten zijn gemaakt. In die gevallen moet dat worden hersteld. Niemand kan daar op voorhand iets over zeggen. Geen casus is gelijk.”
Hebben verzekeraars in het verleden steekjes laten vallen?
„Als je terugkijkt, zie je altijd verbeterpunten. Transparantie is een dynamisch proces. Over drie tot vijf jaar zijn er weer nieuwe inzichten. Internet biedt bijvoorbeeld mogelijkheden.”
Vreest u claims?
„Nee, juristen spreken over ingewikkelde casussen. Advocaten staan echter al likkebaardend in de rij en spreken over miljardenclaims. Dat zorgt voor een verkeerde beeldvorming.”
Als een adviseur veel verkoopt, ontvangt hij veel provisie. Garandeert deze werkwijze een eerlijk advies voor de klant?
„Op dat vlak is er wel een probleem. Wij zijn voorstander van een betere verhouding tussen afsluit- en doorlopende provisie. Door meer nadruk te leggen op provisie gedurende de looptijd van een product, wordt de adviseur geprikkeld om goed onderhoud te plegen.”
Is het überhaupt mogelijk voor een consument om complexe beleggingsproducten te doorgronden?
„Ik vind dat consumenten een adviseur in de arm moeten nemen. Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders slecht in staat zijn om hun financiële huishouding te plannen. Zo besteden ze meer tijd aan de aanschaf van een koffiezetapparaat dan aan de selectie van een levensverzekering. Klanten hebben ook hun eigen verantwoordelijkheid.”