Probleem kindergebitten ligt genuanceerder
Bijna 90 procent van de gaatjes in kindergebitten wordt niet door tandartsen behandeld, zo bleek dinsdag uit onderzoek van TNO en de Radboud Universiteit Nijmegen. Het probleem ligt genuanceerder, stelt een aantal tandartsenorganisaties in een gezamenlijk statement.
Negentig procent van de cariës bij jongeren blijft onbehandeld omdat 75 procent van de algemeen practici niet in staat zou zijn kinderen adequaat te behandelen. Dit is in een notendop de boodschap die tandarts J. P. van Tiel, directeur van een instelling voor jeugdtandzorg en voorzitter van de Stichting Samenwerkende Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging, zaterdag in het NOS Journaal te berde bracht. De beroepsorganisatie van tandartsen NMT, de NVK en de NVIJ betreuren de ongenuanceerde wijze waarop de verzorgingsgraad van kinderen werd belicht en distantiëren zich van de uitspraken van directeur Van Tiel.Ongesaneerde cariës komt (nog steeds) voor bij ruim 20 procent van de Nederlandse jeugd en 5 procent van de kinderen tot 12 heeft zelfs ernstige cariës. Grootste knelpunt voor de algemene praktijk is dat deze kinderen vaak pas naar de tandarts gaan als er pijnklachten optreden, en dan is het kwaad al geschied. Bij jeugdtandzorginstellingen geldt dit probleem gelukkig minder, aangezien zij de toestroom naar hun zorg actief kunnen regelen.
Een te late inschakeling van de tandarts is inmiddels niet meer beperkt tot alleen de jeugd uit de zwakkere sociaaleconomische groepen. Het verschijnsel doet zich ook voor bij kinderen uit hogere welvaartsklassen. De ouders van deze kinderen hebben vaak een goed gebit en gaan zelf onregelmatig naar de tandarts, waardoor de bezoekfrequentie van hun kinderen negatief wordt beïnvloed.
De NMT ontwikkelt momenteel maatregelen om kinderen vanaf 2 jaar regelmatig bij de tandarts te laten komen. Voor een deugdelijke aanpak van het probleem is een nauwe samenwerking nodig met een groot aantal partijen, zoals de overheid, zorgverzekeraars, consultatiebureaus, basisscholen en andere zorgverleners. Maar vooral is de inzet en samenwerking van de gehele beroepsgroep tandartsen een randvoorwaarde, van algemeen practici tot instellingen voor jeugdtandzorg en jeugdtandartsen.
Genoemd statement is ondertekend door de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT), de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde en de Nederlandse Vereniging van Instellingen voor Jeugdtandzorg (NVIJ).