Dodental aanslagen Bagdad stijgt tot 215
BAGDAD (AP) – Het dodental van een gecoördineerde aanslag met vijf autobommen en twee mortierinslagen die donderdag werd gepleegd in de sjiitische wijk Sadr City van Bagdad is vrijdag opgelopen tot 215, het aantal gewonden tot 257. In Tal Afar in het noorden van het land vielen vrijdag bij een zelfmoordaanslag minstens 22 doden en 26 gewonden.Vrijdag begon een begrafenisprocessie voor de doden van de aanslag in Sadr City, terwijl de rest van Bagdad was uitgestorven tengevolge van een uitgaansverbod dat de regering na de aanslag uitvaardigde. Ook het vliegverkeer op de internationale luchthaven werd stilgelegd.
Honderden mannen, vrouwen en kinderen sloegen zich op de borst, scandeerden religieuze spreuken en huilden terwijl zij in processie naast de voertuigen liepen waarop hun omgekomen dierbaren naar de heilige sjiitische stad Najaf zouden worden gebracht om daar te worden begraven. Op last van premier Nouri al–Maliki, zelf een sjiiet, kreeg de rouwprocessie politiebescherming. Bij de grens van Sadr City in het noordoosten van Bagdad bleven de meeste nabestaanden achter, terwijl de rouwwagens de reis naar het 160 kilometer zuidelijker gelegen Najaf aanvingen. Een tocht vol gevaren, want onderweg moet de autostoet door soennieten bemande controleposten in de zogenoemde driehoek des doods passeren.
De Abu Hanifa–moskee, het belangrijkste soennitische heiligdom in Bagdad, werd vrijdagmorgen wederom met mortieren beschoten, waardoor een bewaker gewond raakte. Bij een soennitische moskee elders in de stad beschoten leden van een sjiitische militie en soennitische opstandelingen elkaar. Het was niet direct duidelijk of er slachtoffers zijn gevallen.
Donderdag raakte de Abu Hanifa–moskee zwaar beschadigd en viel er een dode toen sjiieten de moskee onder vuur namen uit wraak voor de grootschalige, kennelijk goed georganiseerde aanslag in Sadr City. Die begon om 15.10 uur met een zelfmoordaanslag met een autobom op een drukke groentemarkt. Met tussenpozen van vijftien minuten volgden nog twee zelfmoordaanslagen met autobommen, op een andere markt en een druk plein. Rond hetzelfde tijdstip sloegen mortiergranaten in op twee andere pleinen en ontploften bommen in twee geparkeerde auto’s, één aan de rand van Sadr City en de ander achter het hoofdkantoor van de leider van het sjiitische Mahdi–leger, Muqtada al–Sadr. "
Aanhangers van Al–Sadr in parlement en regering dreigden vrijdag te zullen opstappen als een voor volgende week geplande ontmoeting tussen premier Nouri al–Maliki en de Amerikaanse president George Bush doorgaat. De twee zijn van plan elkaar te zien in de Jordaanse hoofdstad Amman. Een van de parlementsleden, Qusai Abdul–Wahab, stelde het Amerikaanse leger verantwoordelijk voor de aanslag, omdat het heeft nagelaten Sadr City te beveiligen. Al–Sadr riep sjeik Harith al–Dhari, de invloedrijkste soennitische geestelijke, op een religieus verbod op geweld tegen sjiieten uit te vaardigen. Al–Dhari zou sjiieten moeten verbieden lid te worden van Al–Qaida in Irak en opdracht moeten geven tot het herstel van de sjiitische Gouden Moskee in Samarra, die in februari door een aanslag werd verwoest. Na de aanslag nam het geweld tussen soennieten en sjiieten in Irak enorm toe.
De aanslag in Tal Afar werd gepleegd met een bomauto en door een voetganger die zichzelf opblies. Dat gebeurde voor een autobedrijf.
De commissaris van buitenlandse zaken van de Europese Unie, Benita Ferrero–Waldner, vroeg de Iraakse religieuze leiders en de leiders van de diverse bevolkingsgroepen vrijdag hun volgelingen op te roepen hun wraakacties te staken. Ze zei dat geweld slechts geweld uitlokt en dat de daders er niets mee bereiken, behalve meer ellende.