„Praten over leed na abortus geen taboe”
UTRECHT - Een deel van de vrouwen die ooit een abortus ondergingen, houdt behoefte aan emotionele steun. Programmahoofd geboorteregeling Cecile Wijsen van de Rutgers Nisso Groep: „Sommige vrouwen zijn ontevreden over de beslissing hun kind te aborteren, maar dat is wat anders dan spijt hebben.”
Wijsen is donderdag een van de sprekers op het Nationaal Congres Seksuele Gezondheid 2006 in Utrecht. Daar denken de deelnemers verder na over het eerder deze week gepubliceerde bevolkingsonderzoek naar de seksuele gezondheid van Nederlanders tussen de 19 en de 69 jaar.Belangrijke bevindingen van het onderzoek: de helft van alle Nederlanders ervaart problemen op seksueel gebied, ruim 2 miljoen mensen hebben behoefte aan professionele hulp -zowel psychische als medische hulp-, van hen komt iets meer dan de helft ook daadwerkelijk terecht bij zorgverleners.
De Rutgers Nisso Groep is blij dat er nu cijfers beschikbaar zijn over het brede terrein van de seksuele en reproductieve gezondheid van Nederlanders. Voor de 50-plussers is het voor het eerst dat hun seksuele leven systematisch werd bevraagd.
Uit het onderzoek blijkt dat één op de zeven vrouwen nog regelmatig of vaak emotionele last heeft van een ervaring met abortus.
Wijsen: „We hebben inderdaad gevraagd hoe tevreden mannen en vrouwen zijn over hun beslissing om een zwangerschap te beëindigen. Daaruit komt naar voren dat een minderheid ontevreden is over de besluitvorming. Maar dit wil niet zeggen dat ze ook spijt hebben van hun besluit. Wel blijkt dat in de helft van alle gevallen er soms sprake is van emotionele last.”
Hoe kijkt u daar tegenaan? Het onderzoek is een grote cijferbrij, maar het gaat wel over mensen.
„Ons onderzoek richt zich inderdaad vooral op de cijfermatige aspecten. Natuurlijk gaan we de cijfers de komende tijd uitdiepen. Zo zullen we meer aandacht besteden aan het gegeven dat het anticonceptiegebruik bij vrouwen niet zo soepeltjes verloopt als dat we altijd hebben gedacht.”
Doet u ook nader onderzoek naar de emotionele schade bij vrouwen na een abortus?
„Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat daar volgend jaar naar kijken. Het is belangrijk dat er een onderzoek komt naar de emotionele last na een abortus. Tot nu toe is deze groep vrouwen niet zichtbaar geweest in de Nederlandse samenleving. Ook zijn ze niet systematisch in kaart gebracht. Het is goed dat dit nu wel gaat gebeuren, zodat daar ook in de hulpverlening rekening mee kan worden gehouden. Daarom is het nodig dat er een verdiepende studie wordt gedaan naar de risicogroepen.”
Kan het zo zijn dat er al genoeg over bekend is?
„We weten inderdaad dat het uitmaakt of een abortus plaats heeft aan het begin van een zwangerschap of een stuk later in die periode. Maar het zou bijvoorbeeld ook niet verkeerd zijn om onze resultaten eens te vergelijken met die van het buitenland. We hebben in Nederland relatief liberale opvattingen over abortus gehad, dat zou effect kunnen hebben op de mate van emotionele last die optreedt.”
Als vergelijking aantoont dat emotionele schade groter is dan gedacht, kan het ook zijn dat we in Nederland op de rem moeten trappen als het gaat om abortus?
„Dat zult u mij niet horen zeggen. Het kan ook zijn dat door onze ruimdenkendheid er juist minder emotionele gevolgen zijn na een abortus.”
Is er een taboe om leed na abortus aan de orde te stellen?
„Niet meer, in elk geval. Dat taboe is er mogelijk wel geweest, maar het is goed dat de groep met emotionele schade na een abortus nu als groep wordt erkend, herkend en ondersteund.”
Verminderde vruchtbaarheid is volgens het onderzoek een probleem van onze tijd.
„Een derde van alle vrouwen die zwanger willen worden, is daar al langer dan een jaar mee bezig. Een kwart van alle vrouwen heeft wel eens een miskraam meegemaakt. Eveneens een kwart van alle kinderlozen heeft een onvervulde kinderwens. Die uitdrukking suggereert al bepaalde negatieve gevoelens bij deze mensen. Dit thema is echter nieuw voor ons. We hebben veel aandacht besteed aan bijvoorbeeld anticonceptie en het voorkomen van geslachtsziekten, maar niet aan de emotionele last van bijvoorbeeld een miskraam of een onvervulde kinderwens. Dat zijn ondergesneeuwde groepen.”