Britse onderminister tevreden over opstelling van Gaddafi
De Libische leider Moammar Gaddafi houdt zich voortaan aan het internationale recht. Gaddafi zei dat woensdag tegen de Britse onderminister van Buitenlandse Zaken, Mike O’Brien, die als eerste Brits kabinetslid in twintig jaar een bezoek brengt aan Libië.
Gaddafi zei „de juiste dingen over een groot aantal problemen”, zei O’Brien na afloop van de ontmoeting. De Libische leider wil naar eigen zeggen af van de status van internationale paria die zijn land heeft. In hoeverre hij dat meent, wil O’Brien nog afwachten, maar het feit dat hij diverse Libische ’zwaargewichten’ te spreken heeft gekregen, ziet de Brit als een goed teken. O’Brien heeft behalve Gaddafi ook de Libische minister van Buitenlandse Zaken en de ambassadeurs in Groot-Brittannië en Italië gesproken. „We hebben nog steeds kritiek op het mensenrechtenbeleid van Libië en op delen van het buitenlands beleid. Toch is het land op weg om een land te worden met goede banden met het Westen”, aldus O’Brien.
„Wij geloven dat wij Libië gemakkelijker kunnen bewegen tot medewerking op het terrein van terrorisme en massavernietigingswapens door ons met het land in te laten dan door het te isoleren”, zei O’Brien. In tegenstelling tot Saddam Hussein in Irak stelt Gaddafi zich volgens O’Brien betrekkelijk constructief op.
Onlangs vroeg en kreeg Gaddafi een „heel duidelijk overzicht” van alle voorwaarden voor de opheffing van de sancties die de Verenigde Naties tegen Libië heeft ingesteld, meldt een bron bij het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken. Vorig jaar schortte de VN de sancties op, maar van definitieve opheffing is vooralsnog geen sprake.
Libië heeft verder een aantal namen van terroristen doorgegeven, zei O’Brien, zonder verdere details te geven. De samenwerking is in de ogen van de Britse onderminister waarschijnlijk oprecht, omdat Gaddafi als relatief seculiere moslimleider een vijand is van Osama bin Laden en diens al-Qaida.
Groot-Brittannië verbrak in 1984 de diplomatieke betrekkingen met Libië nadat in Londen een Britse politieagente vanuit de Libische ambassade werd doodgeschoten. Vier jaar later zat Libië achter de bomaanslag op Pan Am-vlucht 103 boven het Schotse Lockerbie, waarbij 270 mensen om het leven kwamen.
In 1999 hervatte Londen de diplomatieke betrekkingen nadat Libië toegaf verantwoordelijk te zijn voor de dood van de politievrouw en twee verdachten van de bomaanslag boven Lockerbie uitleverde. De twee werden in Kamp Zeist in Nederland voor een Schotse rechtbank berecht.
Libië gaf woensdag een „duidelijk signaal” af dat het wil afrekenen met de kwestie Lockerbie, zei O’Brien. Libië is in principe bereid de nabestaanden van de slachtoffers van Lockerbie schadevergoeding te betalen en toe te geven dat het achter de aanslag zat. Als Libië zich ook nog distantieert van terrorisme en alle informatie over de bomaanslag naar buiten brengt, heffen de Verenigde Naties de sancties tegen het land definitief op.