Het Groene Hart moet ”boerengroen” blijven
Het platteland moet van de boer blijven, zo vindt de Nederlander. Dat bleek deze week uit de resultaten van een enquete. Ir. Ad Merks vindt dat ook het Groene Hart boerengroen moet blijven, ook al staat het gebied van alle kanten onder druk.
”Rood voor groen” en ”functie volgt peil” zijn inmiddels bekende termen in het Groene Hart. Het programmabureau Groene Hart en in zijn kielzog de Statenleden van de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland gebruiken deze termen te pas en te onpas.Na het lezen van het (jongste) ”Uitvoeringsplan voor het Groene Hart” blijkt wat men voorheeft met deze thema’s. Geen van beide thema’s is in het voordeel van de (productie)landbouw in het Groene Hart. Sterker nog: beide thema’s zijn in het nadeel van de echte boeren in het Groene Hart en juist in het voordeel van natuurorganisaties en waterschappen.
Het wordt daarom de hoogste tijd dat de politici de juiste kleur groen in hun verkiezingsprogramma opnemen. Met het oog op de Kamerverkiezingen is het goed dat hun politieke hart echt groen kleurt. En wel ”boerengroen” in plaats van het veelgeroemde natuur(monumenten)groen! Dus extra aandacht voor de productielandbouw met economisch gezonde boeren als dragers van het landschap en hun bedrijfsopvolgers, in plaats van allerlei vage/wilde plannen om te komen tot moerasachtige gebieden voor waterberging en vaartoerisme.
Ik ben benieuwd welke politieke partij de boerentaal durft te spreken en echt voor ”boerengroen” gaat. Agrarische ondernemers, zoals de melkveebedrijven in het Groene Hart, verdienen een eerlijke kans. Juist deze bedrijven met prachtige stallen en volop weidegang zijn klaar voor de toekomst. Met lagere quotumkosten en minder regelgeving vanuit de overheid kunnen deze familiebedrijven prima wedijveren met hun collega’s in omliggende landen.
Eigen zuivel
In het ”Uitvoeringsplan voor het Groene Hart” worden als ontwikkelingsperspectief voor het veenweidegebied zaken genoemd als water, moeras en nat grasland. Wat blijft er dan nog over van al dat vruchtbare land voor de productie van dagverse zuivel en weidekaas? Wat heeft dit voor consequenties voor de vele miljoenen consumenten in de omliggende Randstadsteden? Is voedselproductie in eigen regio dan géén issue meer, gezien de stijgende energie- en transportkosten in West-Europa?
Van de oorspronkelijke genoemde miljard euro of meer van de overheid is slechts een tiental miljoen euro echt toegezegd, volgens recente persberichten over het Groene Hart. De eerder genoemde vage c.q. wilde natuurplannen zonder geld leveren geen winst voor de natuur op én zetten het landbouwgebied op slot. De betreffende boeren zullen dan niet meer in hun bedrijf investeren of zelfs vertrekken!
Ik wil daarom iedereen in het Groene Hart oproepen om bij de Kamerverkiezingen te stemmen voor ”boerengroen”, in plaats van het natuur(monumenten)groen.
De auteur is directeur van de mengvoercoöperatie De Samenwerking in Haastrecht (bij Gouda).