Openbaar onderwijs uitgedaagd
UTRECHT - Openbare scholen moeten zich van elkaar gaan onderscheiden door een helder profiel. Ze kunnen een voorbeeld nemen aan bijzondere scholen, met dien verstande dat openbaar onderwijs algemeen toegankelijk moet blijven.
Die boodschap klonk donderdag op het congres ”Identiteit en imago” van de VOS/ABB, de vereniging van openbare en algemeen bijzondere scholen, in Utrecht. Driehonderd deelnemers, meest schooldirecties en besturen, discussieerden over de vraag: Openbaar of bijzonder, wat doet het ertoe?Onderwijsjurist prof. mr. Paul Zoontjes roept het openbaar onderwijs op pluriform te worden en zijn „sluier van grijs- en grauwheid” af te werpen. „Veel ouders kiezen voor een bijzondere school vanwege de consistente levensovertuiging die daar wordt uitgedragen.”
Omdat openbare scholen van de gelijkwaardigheid van alle religies uitgaan, zullen zij volgens Zoontjes hun kracht in andere profielen moeten zoeken. „Ik denk daarbij aan een veilig pedagogisch klimaat, aan opvoeding tot democratisch burgerschap en aan extra voorzieningen zoals lessen Turks en Marokkaans voor allochtone leerlingen.”
Het hele bijzonder onderwijs openbaar maken, is volgens Zoontjes geen reële optie. „Dan moeten bijzondere scholen hun toelatingsbeleid opgeven. Dat zullen ze nooit willen. Bovendien draagt deze oplossing niet bij aan de vermindering van de tweedeling tussen witte en zwarte scholen. In Frankrijk is het hele onderwijs openbaar, maar de sociale segregatie is er groot.”
De andere mogelijkheid, het hele openbaar onderwijs bijzonder maken, vindt de onderwijsjurist ook geen oplossing. „Dan hebben we geen algemeen toegankelijke scholen meer.” Volgens Zoontjes hoeft artikel 23 van de Grondwet, over de vrijheid van onderwijs, niet te verdwijnen. „Wel pleit ik ervoor dat openbare scholen zich minder als overheidsonderwijs profileren. Ze moeten zich van elkaar gaan onderscheiden door een eigen gezicht, een helder profiel. De wet biedt daarvoor genoeg ruimte.”
Zoontjes krijgt bijval van Joop Vlaanderen, werkzaam bij VOS/ABB. „In sommige opzichten is het openbaar onderwijs al verbijzonderd. Zo is de stichtingsvorm, jarenlang een exclusief kenmerk van het bijzonder onderwijs, inmiddels ook algemeen gangbaar in het openbaar onderwijs.”
Vlaanderen plaatst kritische kanttekeningen bij bijzonder onderwijs. „Hoeveel scholen zijn nog echt bijzonder? Grote delen van het bijzonder onderwijs zijn in de praktijk algemeen toegankelijk. Alleen de scholen die een strikt toelatingsbeleid voeren, zijn een uitzondering.”
Rob Limper, directeur van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO), gaat een stap verder. „Hef het openbaar onderwijs op, tegelijk het bijzonder onderwijs, en maak schóól. Zoek je kracht in de kwaliteit van het onderwijs.”
In die visie betekent identiteit volgens Limper dat scholen „actief rekening houden” met levensbeschouwelijke verschillen tussen kinderen. „De school moet een samenleving in het klein zijn. Dan dragen we werkelijk bij aan de integratie van minderheden.”
Het openbaar onderwijs zit de laatste jaren in een moeilijke positie vanwege het grote aantal zwarte leerlingen en kinderen uit probleemgezinnen. Ook zaken als gebrekkige huisvesting, agressie en geweld veroorzaken een slecht imago.