Dit voorstel doet een commissie aan de Landelijke Vergadering (LV) van de NGK, zo meldt het jongste nummer van het Nederlands gereformeerde orgaan Opbouw. De LV bespreekt het plan tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst in februari in Zwolle.Uit een enquête, waaraan driekwart van de Nederlands gereformeerde kerken meewerkte, blijkt een afnemende betrokkenheid bij zending en hulpverlening. De ondervraagde gemeenten voelen „in lichte meerderheid” voor een meer centrale aanpak, waarbij een steunpunt vooral dient als aanspreekpunt.

Waar zusterkerken het zendingswerk vaak via de synode of een landelijke organisatie aansturen, kiest de commissie „gezien de sterke autonomie van de plaatselijke Nederlands gereformeerde kerken en de angst voor vervreemding bij centralisatie” voor een vrijblijvender steunpunt. De financiering van een centraal zendingskantoor zal problemen opleveren, verwacht de commissie.

In de visie van de commissie moet de LV opdrachtgever van het steunpunt zijn. Dat dient als een permanente commissie op elke LV verantwoording af te leggen. Onder het bestuur van het steunpunt zal twee dagen per week een consulent werken, die samen met het bestuur enkele (tijdelijke) taakgroepen vormt.

De groepen zullen zich onder meer bezighouden met het bundelen en ontwikkelen van de missionaire kennis in de NGK, lokale zendingscommissies ondersteunen, adviseren over samenwerking bij urgente projecten en trachten de betrokkenheid in de gemeenten te vergroten. „Dat zou kunnen door een landelijke zendingszondag, speciale kortlopende projecten en periodiek zendingsnieuws in het blad Opbouw”, aldus de commissie.

Een steunpunt zal jaarlijks zo’n 25.000 euro kosten - 80 cent per gemeentelid. De commissie verwacht dat geld terug te verdienen in de vorm van meer betrokkenheid bij zending en hulpverlening. „Van een goed functioneren van het steunpunt zullen de huidige zendingsorganen dus ook profiteren en dat stelt hen in staat effectiever te werken.”