Soesterberg: buitenkansje voor regio
SOESTERBERG - In ongeveer een kwartier tijd vliegen drie Chinookhelikopters over de hangars op vliegbasis Soesterberg. Nog wel. In 2008 of uiterlijk 2009 zal Defensie zich bijna helemaal terugtrekken uit de oudste Nederlandse vliegbasis. Donderdag bevestigden vertegenwoordigers van het Rijk en de provincie de overdracht met drie handtekeningen.
Met enige weemoed neemt staatssecretaris van der Knaap van Defensie afscheid van de vliegbasis. „Ik sta hier niet uit weelde, en zelfs een beetje met pijn in het hart”, aldus Van der Knaap in een van de hangars op het luchtmachtterrein. Voor de gelegenheid staan er twee legerhelikopters met camouflagepatroon opgesteld. „Soesterberg is tenslotte de bakermat van onze luchtmacht.”Voor de regio is het vrijkomen van de 500 hectare grote vliegbasis Soesterberg „een buitenkansje”, meent Van der Knaap. Samen met de commissaris van de Koningin Staal en directeur Knoet van Domeinen West -vertegenwoordiger van de minister van Financiën- ondertekent hij de overeenkomst.
Paddenpoel
Op de vliegbasis valt -naast landingsbanen, hondenkennels en de „Kwik Fit van de luchtmacht”- het uitgestrekte natuurschoon op. Een tweebaans asfaltweg leidt over de heuvelige Utrechtse bodem, links en rechts volop loofbomen. „Konijnen, vossen, hazen, een paddenpoel, we hebben ze allemaal”, deelt een medewerkster van de vliegbasis mee. „En 23 reeën. We hechten veel waarde aan een juist beheer van het gebied. Onze ’vogelman’ houdt de wildstand bij.” Een aanwezige: „Dit had ik niet verwacht. Ik dacht meer aan allerlei oude militaire gebouwen.”
De vliegbasis ligt midden in de Ecologische Hoofdstructuur. Daarom krijgt zo’n 80 procent van het terrein een natuurbestemming, naast de 20 procent voor bebouwing, recreatie en defensiedoeleinden. In het ruimtelijke plan dat op dit moment wordt opgesteld zullen de kwetsbaarste stukken de meeste bescherming krijgen.
Defensie verkoopt het deel van het terrein dat een groenbestemming zal krijgen met opzet tegen het -nog niet bekendgemaakte- lage tarief van natuurgebied. Extra woningbouw om de aankoop te financieren is voor gemeenten dan niet nodig. Volgens burgemeester Noordergraaf van Soest valt er nog niets te zeggen over aantallen woningen in zijn gemeente, ondanks de onrust van omwonenden. „Het gaat nu eerst om het aantal hectares dat we aankopen en het geldbedrag dat daarmee is gemoeid.”
Uitkijkpunt
In de getekende overeenkomst staat dat Defensie de kosten van de opsporing en ruiming van aanwezige explosieven betaalt, terwijl de koper de bodemsanering bekostigt. Hoeveel explosieven er liggen, is nog niet bekend, maar voor de bouw van start gaat, moet dat in kaart zijn gebracht.
Bij de plannen voor de vliegbasis wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de cultuurhistorische waarde van het gebied. „Jullie kunnen de verkeerstoren zo tot uitkijkpunt ombouwen”, stelt een van de aanwezigen voor. Een medewerkster van de vliegbasis tempert het enthousiasme. „Dat willen we bezoekers niet aandoen. Het zijn ellendige traptreden.” Het monument „voor onze gevallen kameraden” blijft zeker behouden, net als de landingsbanen. Wat de functie hiervan, is nog onduidelijk.
Het precieze tijdstip waarop de luchtmacht uit Soesterberg vertrekt, is afhankelijk van de ontwikkelingen op vliegbasis Gilze-Rijen, waarnaartoe de defensieonderdelen zullen verhuizen. Naast het achterblijvende Camp New America heeft Defensie op de basis Soesterberg echter in de woorden van Van der Knaap „nog een stevige plek voor zichzelf gecreëerd.” Op het terrein bij het monument, nu nog een uitgestrekte mix van asfalt, gras en hangars, komt een nieuw Defensiemuseum. Het is een samenvoeging van het Militair Luchtvaart Museum op Kamp Zeist en het Legermuseum in Delft. Naar de collectie moet nog kritisch worden gekeken. Van der Knaap: „Nu is er nog veel van hetzelfde, bijvoorbeeld veertig motoren van bepaalde vliegtuigen. Dat gaan we veranderen.”
Met de komst van het museum behoudt Defensie volgens Van der Knaap „een stukje historische grond.” Op de beoogde plaats lag ooit het stuk hei waar de basis in 1913 begon. In de toekomst blijft het plekje een van de weinige herinneringen aan bijna een eeuw militaire luchtvaart in Soesterberg.