Economie

Varkensgeluk ligt deels in handen consument

UTRECHT - Het geluk van een varken in Azië hangt samen met het winkelgedrag van de man of vrouw van de Europese straat. Wat regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voorlopig niet kunnen bewerken, kan de consument wel: het dierenwelzijn in verre streken bevorderen. Door te weigeren bepaald vlees te kopen.

8 November 2006 10:45Gewijzigd op 14 November 2020 04:16

Mag Europa de import van levende dieren en producten van dierlijke herkomst verbieden als de betreffende beesten in beklagenswaardige omstandigheden opgroeien? Anders gezegd, is een handelsboycot om redenen van dierenwelzijn toegestaan?Die vraag stond centraal in de oratie die prof. mr. Annelies Freriks vanmiddag hield in het Academiegebouw in Utrecht. Freriks (1967) is sinds januari 2005 hoogleraar dier en recht aan de Universiteit Utrecht aan de faculteit rechtsgeleerdheid, economie, bestuur en organisatie. De leerstoel dier en recht houdt zich bezig met drie hoofdthema’s: diergezondheid, dierenwelzijn en natuurbescherming.

Freriks’ werkgebied is „zeer divers” en actueel. Berichten over hoe mensen met dieren omgaan duiken regelmatig op in de media. Het onderwerp leeft - en niet alleen als er besmettelijke dierziekten uitbreken. Albert Heijn stopte vorige week met de verkoop van halalvlees -vlees van onverdoofd geslachte dieren- na een uitzending van consumentenprogramma Radar en duizenden protestmails.

Een paar maanden geleden kreeg de slechte behandeling van dieren op de veemarkten in Utrecht en Leeuwarden uitvoerig aandacht. En eind oktober kondigde minister Veerman (Landbouw) aan met providers als Marktplaats te gaan praten over maatregelen tegen illegale dierenhandel via internet.

Dierenwelzijn en handel hebben veel met elkaar te maken, aldus Freriks. Bij alle aandacht voor de situatie in Nederland en Europa vindt ze echter dat er te weinig wordt gedacht aan het grote geheel, de mondiale markt. De regelgeving rond dieren gaat binnen de Europese Unie „veel verder” dan in de rest van de wereld, maar bij de grens houdt het op.

Freriks zocht in de bepalingen van de WTO naar mogelijkheden om import van dieren -vanuit landen waar welzijn van koeien en varkens laag in het vaandel staat- te verbieden. Haar bevindingen zijn niet rooskleurig. Strakke WTO-regels maken het voorlopig onmogelijk om import van dieren van buiten Europa te verbieden. De handel moet vrij zijn, is het uitgangspunt. Voor eventuele uitzonderingen gelden strikte voorwaarden, waar dierenwelzijn niet onder te scharen valt.

Waar het WTO-regime, mogelijke aanpassingen en invloed van andere verdragen op korte termijn geen soelaas bieden, blijft de consument over, concludeert Freriks. „Die bepaalt immers of er voor producten die al dan niet aan hoge dierenwelzijnseisen voldoen, een markt is. De macht van de consument is groot. In de VS hebben grote horecabedrijven afspraken gemaakt met producenten over diervriendelijke producten en daar maken ze reclame mee. Reputatie is zo belangrijk.”

Mensen in Europa zijn al „tamelijk kritisch”, weet Freriks. „Consumenten weten over het algemeen weinig over de manier waarop een product ontstaat, maar ze zijn er wel in geïnteresseerd. De druk moet van onderaf komen. Producenten reageren vanzelf. Vergeet niet dat de concurrentie in de levensmiddelenbranche erg groot is.”

Net als meer mensen ziet de hoogleraar Dier en Recht als ze door de supermarkt wandelt niet in een oogopslag wat verantwoorde producten zijn. Voorlichting blijft daarom een speerpunt. „Via media bijvoorbeeld. En door informatienummers op verpakkingen. Die worden echt heel vaak gebeld.”

Aan het bieden van informatie wordt al gewerkt. Freriks noemt het actieplan dat de Europese Commissie begin dit jaar presenteerde. Concreet wordt daarin genoemd kwaliteitsborging van levensmiddelen die onder diervriendelijke omstandigheden zijn geproduceerd.

Verder zou etikettering die datzelfde aangeeft duidelijkheid scheppen, meent ze. Verplicht kan dat waarschijnlijk niet gesteld worden, maar op vrijwillige basis is het toegestaan. „Mits vergelijkbare producten waarop deze informatie niet is opgenomen niet van de markt wordt geweerd.”

Een voorbeeld van het succes van etikettering zijn volgens Freriks de eisen die voor eieren gelden. Sinds 2004 kunnen mensen lezen of een ei uit een legbatterij, uit een scharrelstal of uit een systeem met vrije uitloop komt. Eieren uit legbatterijen zijn nu in Nederlandse supermarkten niet meer te vinden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer