Energieverbruik komende 25 jaar met helft omhoog
DEN HAAG (ANP) - Het internationaal energiebureau IEA voorspelt dat het energiegebruik in 2030 met ruim de helft gestegen is ten opzichte van 2005.
De toename komt voor meer dan twee derde voor rekening van de sterk groeiende economieën in China en India. Het olieverbruik zal stijgen tot 116 miljoen vaten per dag tegen 84 miljoen nu.Dat blijkt uit de dinsdag gepubliceerde World Energy Outlook 2006, een jaarlijks IEA-rapport over de toekomst van energie. De uitstoot van CO2 neemt tot 2030 eveneens met meer dan de helft toe. China verdringt al voor 2010 de Verenigde Staten als grootste CO2-uitstoter. Het toenemende brandstofgebruik komt voor de helft voor rekening van stroomopwekking, slechts een vijfde gaat naar de groei van het gemotoriseerd verkeer.
Volgens de IEA is de toename van investeringen door de oliemaatschappijen in de afgelopen jaren een illusie. De oliesector kampt met sterk stijgende kosten bij de zoektocht naar olie. Voor apparatuur en personeel moet fors meer worden betaald, waardoor van een reële stijging van investeringen geen sprake is. Het afgelopen jaar lag de olieprijs drie- tot viermaal hoger dan in 2002.
Het bureau hamert op de noodzaak van alternatieve energiebronnen en besparing. Voor elke dollar die wordt geïnvesteerd in energiebesparende elektrische apparatuur wordt 2 dollar aan investeringen in stroomproductie en transport bespaard.
In het alternatieve scenario van het IEA zal de wereldwijde energiebehoefte in 2030 zo’n 10 procent lager liggen dan zonder ingrijpen. Dat komt overeen met het huidige energieverbruik van een land als China. De CO2-uitstoot zal 16 procent minder zijn. Maar overheden moeten een actievere rol spelen in het bevorderen van alternatieve energie. „Er zijn formidabele horden te nemen bij de uitvoering van het alternatieve scenario. Er is veel politieke wil voor nodig”, schrijft het IEA.
Naast besparing bieden kernenergie en biobrandstoffen uitkomst in de beperking van het gebruik van fossiele brandstoffen als olie en gas. Maar de productie van biobrandstoffen, zoals bio-ethanol, gaat ten koste van landbouwgrond voor de voedselproductie. Bovendien moet biobrandstof in veel landen worden gesubsidieerd, bijvoorbeeld door accijnsvrijstelling, om het aantrekkelijk te maken. In een alternatief scenario kan biobrandstof 7 procent van het benzine- en dieselgebruik vervangen.
De liberalisering van de energiemarkten in Europa en de VS heeft als nadeel dat investeringen in kernenergie minder snel van de grond komen. De miljardeninvestering die met de bouw van een kerncentrale gemoeid is, kan niet alleen door (geprivatiseerde) energiebedrijven worden gedragen. Daarom moet de overheid bijspringen bij de bouw van kerncentrales, constateert het IEA.