VS hebben vrede in Irak verloren
De Verenigde Staten kunnen slecht tegen hun verlies. Zeker als het om gevoelige zaken als het conflict in Irak gaat. Toch gaf vicepresident Dick Cheney deze week -opnieuw- toe dat de Amerikanen aan de verliezende hand zijn in de propagandaoorlog rond de gebeurtenissen in Irak.
De VS leggen zich uiteraard niet zomaar bij een vijandelijke overwinning neer. Cheney kondigde aan dat Washington de propagandastrijd gaat intensiveren. Het ministerie van Defensie richt een speciale afdeling op die 24 uur per dag bulletins over de situatie in Irak zal uitgeven. Op die manier moet het Pentagon „zijn vermogen om tegenwicht te bieden aan inaccurate nieuwsberichten” vergroten.Cheney haastte zich eraan toe te voegen dat het oprichten van de nieuwe afdeling niets te maken heeft met de aanstaande Congresverkiezingen en de afnemende binnenlandse steun voor de Amerikaanse aanwezigheid in Irak.
Die laatste opmerking van de vicepresident is natuurlijk niets anders dan een wijd open deur intrappen. Het onderwerp Irak domineert al wekenlang de verkiezingscampagne. Opiniepeilingen laten keer op keer zien dat het maatschappelijk draagvlak voor de militaire operaties in Irak gestaag afneemt. Natuurlijk heeft het Witte Huis er dan alle belang bij om zijn propagandaoffensief op te voeren. Als Cheney dat op voorhand -en ongevraagd- ontkent, versterkt dat alleen maar het tegendeel van zijn beweringen.
Overigens spreekt Cheney wél de waarheid als hij zegt dat Amerika de propagandaoorlog rond Irak aan het verliezen is. De gloriedagen waarop president Bush op een vliegdekschip in de Perzische Golf het einde van oorlog in Irak uitriep of op het gazon van het Witte Huis de arrestatie van Saddam Hussein bekendmaakte, zijn tot een vergeelde herinnering vervaagd. Positieve berichten over nieuwe besturen in Iraakse steden en florerende kleine ondernemingen behoren al lang tot het verleden.
De vraag is echter hoe het komt dat er nauwelijks optimistische berichten uit Irak komen. Als alle argumenten voor de Amerikaanse operatie in Irak uitgeput zijn, kun je natuurlijk altijd nog de media van inaccurate berichtgeving beschuldigen. Of is er simpelweg niets goeds te melden vanuit het Tweestromenland? Dan valt er ook niet zo veel te winnen op propagandagebied. Cijfers over gesneuvelde militairen en omgekomen burgers vallen nu eenmaal niet bepaald in de categorie positief nieuws.
Veel belangrijker dan de vraag of de Verenigde Staten de propagandaoorlog wel of niet winnen, is echter de vraag of Amerika de feitelijke oorlog in Irak heeft verloren. President Bush verklaart keer op keer dat „wij de overhand zullen krijgen.” Maar wanneer dat gebeurt, blijft in het duister gehuld. En van een daadwerkelijke overwinning rept het Amerikaanse staatshoofd veiligheidshalve maar helemaal niet.
Wanneer win je een oorlog? In de klassieke theorie natuurlijk als je het vijandelijke leger hebt verslagen of als je tegenstander zich overgeeft. Het Iraakse leger verslaan was niet zo’n kunst voor de Amerikanen. Ondanks soms onverwacht hevige tegenstand, waren de inval in Irak en de daaropvolgende bezetting militair gezien dan ook een succes. Maar van de beloofde ’heilsstaat’ voor de Irakezen is bitter weinig terechtgekomen. De statistieken over burgerslachtoffers zijn ronduit huiveringwekkend. En ook het aantal gesneuvelde Amerikaanse militairen stijgt nog altijd. Voor de succesvolle invasie hebben de VS een bloedige guerrillaoorlog tegen opstandelingen en terroristen teruggekregen.
Die laatste oorlog hebben de Amerikanen in elk gevál niet gewonnen. En het lijkt er ook niet op dat ze bezig zijn de overhand te krijgen. Op de vraag of de VS de oorlog in Irak hebben verloren, is wellicht geen eenduidig antwoord te geven. Maar één ding staat vast: Washington heeft de vrede in Irak verloren.