„Rampspoed dreigt in oude wijk”
DEN HAAG - Minister Winsemius van Volkshuisvesting vreest dat in zo’n veertig probleemwijken de vlam in de pan slaat omdat allochtone jongeren ontsporen, welgestelde bewoners wegtrekken en bevolkingsgroepen met de rug naar elkaar staan.
„We moeten hier heel zenuwachtig van worden. Als we niks doen, is het rampspoed”, zegt de minister woensdag in een interview met de Volkskrant. Een volgend kabinet moet volgens hem jaarlijks 1 à 1,5 miljard euro investeren in achterstandswijken. Het geld is nodig voor nieuwe woningen en voor sociale maatregelen, zo schrijft de bewindsman in een brief over de stedelijke vernieuwing die hij woensdagmorgen naar de Tweede Kamer stuurde.De VVD’er Winsemius, die enkele weken geleden Dekker opvolgde, noemt de aanpak van probleemwijken „een van de grootste vraagstukken waarmee het Nederland van nu kampt.” De minister waarschuwt dat 140 wijken dreigen af te glijden. Veertig daarvan zitten al in de gevarenzone. „Buurten worden afvalputjes, waar de bewoners iedere hoop hebben verloren”, zo stelt hij in de Volkskrant.
Uit probleemwijken zijn autochtonen weggetrokken. „Alleen de witte senioren, 20 tot 30 procent, zijn achtergebleven. Zij wanen zich in een verloren wereld. De allochtone jeugd hangt rond op straat. Die gasten gaan naar grote anonieme vmbo-scholen waar ze ontsporen. Hun moeders zien dat niet omdat ze nauwelijks buiten de deur komen. De criminaliteit neemt toe, bevolkingsgroepen staan met de rug naar elkaar toe”, aldus de bewindsman.
De oplossing ligt volgens Winsemius in het bouwen van andere woningen. De middenklasse moet niet langer uit de wijken wegtrekken. Daarom moeten er jaarlijks 40.000 à 50.000 nieuwe woningen komen. „Veel van die oude galerijflats moeten tegen de vlakte. Natuurlijk veroorzaak je een ongekende kaalslag, maar dat is onvermijdelijk.”
Daarnaast is het volgens de bewindsman nodig dat de bewoners werk krijgen en taallessen volgen. Verder wil hij de witte senioren hun trots teruggeven. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door een film over hen te laten maken.
Winsemius ziet een regierol weggelegd voor gemeenten en woningcorporaties. Gezien hun vermogenspositie zijn de laatste hiertoe ook in staat. Corporaties moeten hun taak waarmaken, stelt de minister in het kranteninterview. „Ze hebben een verantwoordelijkheid voor de hele buurt, de hele openbare ruimte. Ga aan de slag. De turbo moet erop.”
Stadsvernieuwing blijft volgens Winsemius ook urgent na 2010. De minister volgt het voorbeeld van zijn voorgangster, Dekker, die deze zomer ook pleitte voor een forse extra impuls in stedelijke vernieuwing.
Momenteel besteedt de rijksoverheid jaarlijks 420 miljoen aan nieuwbouw en herstructurering. Een hogere rijksbijdrage zorgt volgens een onderzoek van het ministerie over een periode van tien jaar voor ruim 160 miljard aan investeringen in de oude wijken.