Economie

Nido voorkomt glibberen en glijden

HOLTEN - Misschien wel onopgemerkt herbergt Holten een heuse wereldmarktleider. Gestart in 1949 weet Nido zich door de jaren heen te specialiseren in strooimachines. Naar wens te verkrijgen met of zonder technische foefjes. „De huidige generatie strooiers heeft een tomtommetje aan boord.”

Marcel ten Broeke
31 October 2006 09:59Gewijzigd op 14 November 2020 04:14
HOLTEN – Het Holtense bedrijf Nido, onderdeel van de Duitse Schmidt Groep, wist sinds 1949 uit te groeien tot wereldmarktleider in de productie van strooimachines. Directeur Han Leemhuis: „Doe mij maar kwakkelweer, dat we hier in Nederland zo goed kenne
HOLTEN – Het Holtense bedrijf Nido, onderdeel van de Duitse Schmidt Groep, wist sinds 1949 uit te groeien tot wereldmarktleider in de productie van strooimachines. Directeur Han Leemhuis: „Doe mij maar kwakkelweer, dat we hier in Nederland zo goed kenne

Soms wintert het al flink in oktober, dit jaar belandt die maand vrijwel zeker in de top drie voor de hoogste gemiddelde temperatuur. Wagens met strooimachines van Nido erop staan dus nog even stil in de loodsen van Rijkswaterstaat, de provincies en gemeenten, de belangrijkste afnemers van het concern. Maar het weer is grillig: morgen kan alles anders zijn.Kou is goed, zo luidt het credo van Nidodirecteur Han Leemhuis, maar op te veel kou zitten de gladheidsbestrijders uit Holten nu ook weer niet te wachten. „Bij temperaturen van -15 graden is de kans op neerslag gering en juist door regen of sneeuw ontstaan gladde wegen.”

Ter illustratie: Zweden is stukken groter dan Nederland en bovendien aanzienlijk kouder. De markt voor strooimachines is er echter vijf keer zo klein. Leemhuis: „Geef mij maar kwakkelweer, dat we hier in Nederland zo goed kennen. Dat is voor ons bedrijf het beste.”

Hoe praktisch gladheidsbestrijding op het eerste gezicht ook lijkt, het idee ontstond pas enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog. De Holtense dorpssmid Herman Klein Velderman zag een werknemer van Rijkswaterstaat met een houten plank in de weer op een zandweg. Navraag leerde dat de man ’droog’ aan het oefenen was om de weg ’s winters sneeuwvrij te maken. Overtuigd van de functionaliteit van staal ontwierp de smid al snel zijn eerste sneeuwploeg. Sindsdien zijn Holten en gladheidsbestrijding onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Inmiddels maakt Nido deel uit van de Duitse Schmidt Groep, een internationaal concern dat is gespecialiseerd in gladheidsbestrijding. Maakte iedere Schmidtfabriek vroeger min of meer alles, sinds 2001 is centralisatie leidend bij de multinational. In Polen maakt het concern nu sneeuwploegen, veegmachines komen uit Duitsland en de Nidovestiging in Holten is puur verantwoordelijk voor strooimachines.

Een groeimarkt, zegt Leemhuis. „In 1998 bouwden we hier nog zo’n 600 strooimachines, dit jaar zullen dat er ongeveer 2200 zijn.” De machines van Nido -in prijs variërend van 15.000 tot 40.000 euro- gaan in toenemende mate de wereld over. „China en landen in Oost-Europa zijn bijvoorbeeld erg in opmars. Economische groei en toenemende infrastructuur maken de weg vrij voor gladheidsbestrijding.”

Ook Amerika ziet Leemhuis als een toekomstige goudmijn voor Nido. „Gladheidsbestrijding staat daar nog in de kinderschoenen. Tot nog toe gooiden ze daar bij gladheid enorme hoeveelheden droog zout op de weg. Niet verspreid, gewoon op hopen. De automobilist moest het spul al rijdend maar zien te verdelen.”

Gevoed door de toenemende aandacht voor het milieu maken de Verenigde Staten nu langzaam maar zeker een overstap naar natzout, dat sinds midden jaren ’80 in zwang is. „Droogzout komt in korrelvorm op de weg en springt vervolgens alle kanten op. Natzout is beter te verdelen waardoor je er minder van nodig hebt. Bovendien wordt het milieu ontzien.” De cijfers spreken boekdelen: waar er in Nederland gemiddeld 12 gram zout per vierkante meter wegdek wordt verstrooid, belandt er in Amerika maar liefst 140 gram op elke vierkante meter asfalt.

Nido is met afstand het grootste bedrijf in zijn soort. Last van concurrentie uit lagelonenlanden heeft het concern niet. „Strooimachines maken vraagt verstand van metaalbewerking, hydroliek én elektronica. Dat is niet eenvoudig te kopiëren. Bovendien ben je er niet met een strooier alleen. Dit werk vereist een grondige kennis van weersverschijnselen en het gedrag van zout. Daarom werken we nauw samen met universiteiten en meteorologische instituten.”

Naast de verkoop van strooiers biedt Nido (200 vaste medewerkers plus tientallen flexwerkers) afnemers ook wereldwijd de nodige service. Leemhuis: „Een strooimachine staat acht tot negen maanden ongebruikt in de stalling, maar als ze nodig zijn, moeten ze ook onberispelijk hun werk doen. In Nederland hebben we daarom de beschikking over twintig monteurs. Die zijn het hele jaar door bezig met preventief onderhoud. In de winter verhelpen ze storingen.”

De strooimachines van Nido zijn naar wens uit te rusten met allerlei technische snufjes, legt Leemhuis uit. „De huidige generatie heeft een soort tomtommetje aan boord. Dit zogeheten autologicsysteem stuurt via gps automatisch de strooimachine aan.” Een ander snufje, thermologic geheten, berekent op zijn beurt automatisch de benodigde hoeveelheid strooisel op basis van temperatuurs- en luchtvochtigheidsverschillen.

Door een modulair productiesysteem levert Nido maatwerk. Hard nodig, want naast weersverschillen vergen ook culturele eigenaardigheden een flexibele productie. „In Scandinavische landen laten ze de ijslaag op de weg gewoon intact en wordt deze stroef gemaakt door middel van een mengsel van zand en kokend water. Wij Nederlanders prefereren ijsvrij: wegen horen zwart te zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer