Overheidsuitgaven per student dalen
VOORBURG - De overheidsbekostiging van het wetenschappelijk onderwijs heeft geen gelijke tred gehouden met de groei van het aantal studenten.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waarvan de resultaten maandagmorgen zijn gepubliceerd. De uitgaven per leerling namen in het primair en secundair onderwijs met 49 en 31 procent toe. In het hoger onderwijs stegen de uitgaven per student tussen 1995 en 2000 nog licht, maar de volgende vijf jaar was er sprake van een daling van 4 procent.Gecorrigeerd voor inflatie namen in de periode 1995-2005 de uitgaven in het hoger onderwijs met 18 procent toe. Dat is beduidend minder dan de groei van de uitgaven voor het primair en secundair onderwijs: 54 en 38 procent.
Niet alleen in Nederland, ook in andere landen stegen de uitgaven per leerling in het primair en secundair onderwijs een stuk sneller dan in het hoger onderwijs.
In 2005 besteedden de publieke en de private sector samen 28,7 miljard euro aan het onderwijs. Dat is 4 procent meer dan in 2004. De uitgaven voor het primaire en secundaire onderwijs namen de afgelopen tien jaar snel toe, in tegenstelling tot de uitgaven voor het hoger onderwijs.
In 2005 gaven het Rijk, gemeenten en provincies 23,6 miljard euro uit aan de onderwijsinstellingen en 3,1 miljard euro aan studiefinanciering. In 2004 bedroegen deze uitgaven nog 25,4 miljard euro.
De uitgaven van huishoudens en bedrijven aan onderwijsinstellingen waren 2,3 miljard euro. Dit is 0,2 miljard euro minder dan in 2004, en dat komt vooral door het afschaffen van het lesgeld voor veel leerlingen per 1 augustus 2005. Het aandeel van de onderwijsuitgaven in het bruto binnenlands product is toegenomen van 5,6 procent in 2004 tot 5,7 procent in 2005.
De stijging van de publieke onderwijsuitgaven werd onder meer veroorzaakt door een toename van het aantal leerlingen. Verder is extra geld uitgetrokken voor praktijklokalen, een betere aansluiting tussen beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt en voor het bestrijden en voorkomen van voortijdige schooluitval.