Joden zijn van slachtoffer dader geworden
Als Joden recht hebben op hun geboortegrond, mag de stichting Een Ander Joods Geluid (EAJG) ook de terugkeer van Palestijnen bepleiten, stelt Jaap Hamburger in reactie op Ruben Vis.
Vis verwijt EAJG-lid Hajo Meyer een selectief oorlogsgeheugen (RD 20 oktober). Hij zou vergelijkingen maken die kant noch wal raken tussen de Duitse en de Israëlische bezetting.Hier is dezelfde Vis aan het woord die in mei 2005 in de Volkskrant betoogde dat een andere EAJG’er, namelijk ondergetekende, in zijn kritiek op het verfoeilijke Israëlische optreden jegens de Palestijnen, maar eens een toontje lager moest zingen.
Niet omdat die kritiek misplaatst was, al suggereerde Vis dat wel. Vis wees erop dat ik Israël beter te vriend kon houden, voor het geval ik Nederland en Europa vanwege oplevend antisemitisme zou moeten verlaten.
Hoe vreemd. Vis leeft hier in de meest filosemitische samenleving die we sinds eeuwen kennen. Maar hij houdt angstig een achterdeurtje naar Israël open, „want je weet maar nooit.” Een grove belediging voor Nederland.
Weerwoord
Eerder al moesten niet-Joden hun mond houden over Israël. En nu moeten ook andere Joden hun mond houden. Carte blanche voor Israël.
Vis’ reactie op Meyer bevat een keur aan zinnen die om een weerwoord vragen. Ik licht er twee uit. „De loofhut is een herinnering aan de bescherming die de Israëlieten genoten gedurende hun veertigjarige reis door de woestijn, na de uittocht uit Egypte, op weg naar het land Israël. Hetzelfde Joodse land dat wordt bewoond door de naar hun geboortegrond teruggekeerde Joden.”
Zelfs in de ogen van Vis ben ik Jood. Maar mijn geboortegrond is op de plek waar het Diaconessenziekenhuis stond, in Eindhoven, Holland.
Veel Palestijnen zijn echter geboren in dat deel van Palestina dat nu Israël heet. Mogen de Palestijnen ook terug naar hun geboortegrond? Of is dat recht voorbehouden aan Joden? Natuurlijk, want Vis winkelt in de Bijbel en heeft daar een schap gevonden: ”for Jews only”.
Het internationaal recht leert ons ook over een „recht op terugkeer”, echter -heel anders dan Vis- wel voor de Palestijnen. Maar daar heeft Vis lak aan. Het internationaal recht deugt niet, want het is tegen de Joden.
Verwurging
Beter dan Vis beseft Meyer dat Joden van slachtoffer dader geworden zijn. De uithongering en verwurging van Gaza en de Westelijke Jordaanoever bewijzen dat.
Het is een schande dat Joden als Vis daarover hun mond houden. Maar als een Marokkaan ”rotjood” roept, inspecteren ze hun vluchtkoffertje. Dan zijn het Joodse huis en de loofhut samen nog te klein voor hun morele verontwaardiging.
Wat een blamage voor het Joodse volk, en voor de Joodse gemeenschap in Nederland, dat lieden met de denkzwakte, het benepen wereldbeeld en de kwade trouw van een Vis, het Nederlands-Israëlietisch Kerkgenootschap leiden. Wat een zegen dat er Joden als Meyer zijn, die ons erop wijzen dat dit Israël, helaas, elke aanspraak op moreel gezag verloren heeft, met gulle hand onrecht en oorlog uitdeelt en verworden is tot een krampachtige koloniale bezetter.
De auteur is vicevoorzitter van Stichting Een Ander Joods Geluid.