„Akkoord VN nodig voor aanval op Irak”
De leiders van Duitsland en Frankrijk hebben dinsdag op hun topoverleg geëist dat een eventuele aanval op Irak pas wordt uitgevoerd na toestemming van de Verenigde Naties.
De Franse president Jacques Chirac en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder verklaarden echter ook dat Bagdad „zeer, zeer snel” moet instemmen met terugkeer van de VN-wapeninspecteurs.
Chirac en Schröder herhaalden hun bezwaren tegen de plannen van de Amerikaanse president George Bush om af te rekenen met de Iraakse leider Saddam Hussein, die volgens Washington werkt aan een arsenaal massavernietigingswapens.
Op de vraag of een aanval nog vermeden kan worden zei Chirac: „Ik wil niet nadenken over een aanval op Irak, maar een aanval -als die plaatsvindt- is alleen gerechtvaardigd als die wordt goedgekeurd door de Veiligheidsraad.”
Maar hij voegde er aan toe: „Ik wil er ook niet over nadenken dat de Iraakse autoriteiten hun belang niet inzien (...). Ik geloof dat Irak er goed aan doet te begrijpen dat het belangrijk is snel, zeer snel een akkoord met VN te sluiten.”
Sinds 1998 weigert Bagdad VN-wapeninspecteurs in het land toe te laten. Die gingen na het einde van de Golfoorlog in 1991 aan het werk om toe te zien op het ontmantelen van het Iraakse arsenaal. Overleg in juli over de terugkeer van de inspecteurs liep op niets uit.
Schröder verklaarde dat er geen meerderheid is voor een actie zonder VN-toestemming. Hij zei ook dat de bestaande resoluties over Irak niet zonder meer een nieuwe aanval toestaan. „De Amerikaanse president heeft herhaaldelijk beloofd te zullen overleggen voordat beslissingen worden genomen en wij hebben absoluut geen reden om aan zijn woord te twijfelen”, aldus de kanselier. Chirac en Schröder drongen op hun top in de oostelijke stad Schwerin ook aan op een vredesconferentie voor het Midden-Oosten.
Met nog acht weken te gaan tot de Duitse verkiezingen op 22 september besloten de leiders lastige vragen over de toekomst van de Europese Unie en het landbouwsubsidiebeleid uit te stellen. De coalitie van Schröder doet het niet erg goed in de peilingen.
Duitsland en Frankrijk hebben regelmatig informele ontmoetingen belegd om verschillen bij te leggen die in december 2000 op de EU-top in Nice aan de dag traden. Op bepaalde punten blijven zij het echter oneens, met name over het landbouwbeleid na de uitbreiding van de Europese Unie.
De EU-leiders willen uiterlijk in november een gezamenlijk standpunt over de landbouwuitgaven bereiken, waarna zij de tien kandidaat-lidstaten in december definitief het groene licht hopen te kunnen geven. Schröder zegt dat Duitsland de financiële kosten van het huidige, kostbare subsidiesysteem met tien nieuwe leden erbij niet kan dragen. Frankrijk, dat momenteel de meeste subsidies beurt, wil dat er tot minstens 2006 niet wordt getornd aan het huidige systeem.
Schröders conservatieve uitdager bij de verkiezingen, de Beierse premier Edmund Stoiber, heeft aangegeven de Fransen tegemoet te willen komen. Toen hij op 16 juli bij Chirac op bezoek was, zei hij dat het financiële raamwerk tot 2006 loopt en dat dat nu niet allemaal overhoop moet worden gegooid.
De Amerikaanse minister van Defensie, Rumsfeld, zei maandag dat bommen alleen niet genoeg zullen zijn om de chemische en biologische wapens van Irak te vernietigen. Bagdad heeft die wapens verstopt en de Iraakse regering weet dat de Amerikanen ze kunnen opsporen.
„De Irakezen hebben een groot deel van hun bezigheden diep onder de grond gestopt”, zei Rumsfeld. Ook hebben ze via Rusland en de Sovjet-Unie van overgelopen Amerikaanse spionnen geleerd „hoe wij te werk gaan (...) en hoe een ander land met ontkenning en misleiding kan vermijden dat de locatie van bepaalde zaken bekend wordt.”
De regering van de Amerikaanse president George Bush heeft zich voorgenomen het bewind van Saddam ten val te brengen. Het Congres steunt Bush in zijn streven, maar zit met vragen als hoe gevaarlijk Saddam voor de VS is, hoe groot de Amerikaanse verliezen kunnen zijn, hoe andere landen zullen reageren, wie de plaats van Saddam moet innemen en hoe lang Amerikaanse militairen in het gebied zullen moeten blijven. De senaatscommissie voor buitenlandse betrekkingen begint deze week hoorzittingen met analisten en voormalige regeringsfunctionarissen om antwoord te krijgen op deze vragen. De vergelijkbare commissie van het Huis van Afgevaardigden zal zich na het zomerreces in augustus met het onderwerp bezighouden.