Prins Maurits rijkste in gouden eeuw
AMSTERDAM (ANP) - Wie waren de rijksten in de gouden eeuw? Op die vraag geeft maandblad Quote in samenwerking met het Rijksmuseum in Amsterdam het antwoord.
Een vuistdik boekwerk geeft de ranglijst weer van de 250 meest vermogende mensen in de 17e eeuw. Het is voor het eerst dat deze rijksten in kaart zijn gebracht.Nummer 1 op de lijst is prins Maurits, de zoon van Willem van Oranje en Anna van Saksen. Hij bezat ruim 25 miljoen gulden. Hans Willem Bentinck, graaf van Portland, volgt op de tweede plaats met een kapitaal van 11 miljoen gulden. Nummer 3 op de lijst is Elisabeth Tiellens, weduwe van koopman Benjamin Poulle, die 1,9 miljoen gulden bezat. Om een realistisch beeld te krijgen vergeleken met de euro’s van nu, moeten de bedragen met zeventig worden vermenigvuldigd.
Het boekwerk is samengesteld door Kees Zandvliet, hoofd geschiedenis van het Rijksmuseum. De Quotebijlage, waarmee tevens het twintigjarig bestaan van het blad wordt gevierd, staat bol van de illustraties. Ter gelegenheid van de special maakte fotograaf Erwin Olaf acht ’schuttersstukken’ in de stijl van Rembrandt van prominente nieuwe rijken, weldoeners en verzamelaars als John Fentener van Vlissingen en Joop van den Ende.
Onder toeziend oog van tientallen prominente belangstellenden, onder wie prinses Marilène, en de nodige champagne kreeg VVD-leider Rutte woensdagavond het eerste exemplaar uitgereikt. De in toepasselijk 17e-eeuwse outfit geklede Quotehoofdredacteur Jort Kelder had de eer. Volgens hem waren de nieuwe rijken van toen net als de nieuwe rijken van nu. „Het waren macho’s en proleten, die streden om titeltjes, maar ook foute bastaarden. Ze verdienden hun geld onder meer met slavernij en onderdrukking.”
De 17e eeuw is de rijkste periode in de Nederlandse geschiedenis. De tijd dat Nederland een Europese grootmacht was met grote economische en culturele rijkdom, door onder meer de Vrede van Münster, De Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) en Rembrandt.