Netelig merk Brennels wil keihard groeien
ARNHEM - Met het doorknippen van een brandnetellint is de eerste Brennelswinkel een feit. Na het succes van de keten van kringloopwinkels Het Goed en de veilingsite Marktplaats.nl stort de familie Crébas zich inmiddels vol overgave op milieuvriendelijke mode.
Brandneteljurken en -jassen. Vorig jaar werd hun komst al aangekondigd, sinds gisteren zijn ze dan echt te koop. Nu nog alleen in Arnhem. In de hippe, ruim opgezette winkel overheersen stemmige winterkleuren en een geur van zeep.In de rekken hangt nog uitsluitend dameskleding. Niet zonder reden. „Vrouwen zijn kooplustiger dan mannen en sneller in voor iets nieuws”, beweert Bob Crébas, pater familias van het miljonairsgezin. „Maar als de kleding aanslaat, volgt wellicht ook een herenlijn.”
Na de verkoop van Marktplaats.nl -voor 225 miljoen euro aan het Amerikaanse eBay- had Crébas de handen vrij en bovendien geld genoeg voor een nieuwe uitdaging. Inspelend op de toenemende aandacht voor verantwoord geproduceerde mode, richtte de ondernemer in 2005 het modemerk Brennels op.
Crébas zocht naar een goed alternatief voor katoen en vond dat in de brandnetel. Het impopulaire gewas leent zich uitstekend voor het vervaardigen van stoffen en is milieuvriendelijk omdat bij de teelt geen pesticiden nodig zijn.
Samen met de ontwerpers Pim Kramer en Jacques Volckman ontwikkelde Brennels een kledinglijn die er in de eerste plaats modieus uitziet en daarnaast verantwoord is geproduceerd. De eerste collectie telt nu zo’n 900 kledingstukken, maar als het aan Crébas ligt, neemt dat aantal snel toe. „We willen keihard groeien.”
Een blik op het labeltje in een mosgroen shirt laat zien dat het percentage brandnetelvezel in de kleding niet erg hoog is. De stoffen bevatten nog zo’n 85 procent biologisch geteelde katoen. Reden is dat Brennels nog geen gebruik kan maken van de oogst van eigen bodem. Die wordt op z’n vroegst in 2008 binnengehaald. De stof voor de eerste collectie betrok Brennels daarom uit Duitsland. Bovendien is het technisch gezien nog vrij lastig om veel meer brandnetelvezel in stoffen te verwerken.
Op termijn wil de energieke ondernemer het liefst helemaal af van katoen, zelfs al is die dan biologisch. „Voor de teelt van katoen is veel water nodig. We gaan ons daarom ook richten op vezels van bamboe en houtpulp.” Crébas verwacht dat in de nabije toekomst een brandnetelgehalte van zo’n 60 procent haalbaar is.
De brandnetelmode is wel vrij prijzig. Een eenvoudig T-shirt kost een slordige 70 euro. Crébas: „We richten ons op het midden- en hoge segment, al leggen we zelfs daarvoor soms fors op de prijs toe. We willen in eerste instantie een merk zijn met allure en pas later, als we flink gegroeid zijn en goedkoper kunnen produceren, diversifiëren. Dan zijn we ook bereikbaar voor een groter publiek.”
De familie Crébas -die inmiddels al zo’n 15 miljoen in Brennels investeerde- wil in de toekomst op zijn minst twintig winkels openen, verspreid over heel Nederland. „We hebben grote plannen en maken ons sterk voor een eerlijk product. Dan kun je niet volstaan met iets kleinschaligs.”
Crébas verwacht voor twintig winkels zo’n 200 hectare brandnetels nodig te hebben. In Nederland teelt de familie het prikkelende gewas inmiddels op 100 hectare in de Noordoostpolder. Daarnaast zijn in Tsjechië en Litouwen plantages opgezet. Brennels wil de teelt vooral daar uitbreiden: het is er goedkoper en dat is belangrijk voor een bedrijf met groeipotentie.
De creatieve Crébassen, vol handelsgeest, slaan overal hun slaatje uit. Op het brandnetelveld nabij Kraggenburg bouwt de familie een belevingscentrum. Wandelend, paardrijdend of fietsend door dit zogenoemde Netelland kunnen bezoekers op een recreatieve manier kennismaken met de oorsprong van Brennelskleding.
Belangrijk, volgens Crébas. „Mensen moeten terug het veld in. Er moet meer wisselwerking plaatsvinden tussen het platteland en de stad. Sommige mensen weten niet meer dat kleding een natuurproduct is of dat melk van een koe komt. Dat kan niet.”
Crébas denkt binnen een jaar een tweede winkel te openen, maar hij wil nog niet zeggen waar. Hij noemt Haarlem of Noordwijkerhout als opties. „Maar het kan overal zijn. Belangrijk is in elk geval dat we eerst onze formule goed uitwerken.”
Wat Crébas naast een onomstotelijk milieubewustzijn ten diepste drijft? De rasondernemer houdt het dicht bij huis: „Vergelijk het met Marktplaats. Gewoon heel groot worden.”