Miljarden nodig voor platteland
DEN HAAG (ANP) - Een geruisloze revolutie op het platteland. Zo betitelt minister Veerman (Landbouw) de veranderingen die plaatsvinden sinds de reconstructiewet eind jaren negentig van kracht werd.
Veerman zegde voor de komende zeven jaar 3,2 miljard euro toe om de plannen uit te voeren die de afgelopen tien jaar zijn gemaakt voor de reconstructie. Het geld is ook voor natuurherstel en verbetering van de sociale en economische samenhang in alle twaalf provincies.De reconstructiewet kwam er na de varkenspestepidemie en had tot doel dierziekten en besmetting op grote schaal te voorkomen door intensieve veehouderijen te verplaatsen. Omdat inmiddels ook andere manieren zijn gevonden om dierziekten te beteugelen, kreeg de reconstructie een bredere opzet. Ook natuurherstel en verbetering van de waterkwaliteit horen er nu bijvoorbeeld bij.
Na jaren van plannen maken, krijgt de vernieuwing nu vorm in vijf provincies. Maar pas over tien jaar is duidelijk of deze aanpak een succes is, aldus Paul Rüpp, gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant.
Met Veerman gaf hij donderdag de aftrap voor de campagne ”De Reconstructie - Veranderend Land”, waarmee Utrecht, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg de aandacht vestigen op de wijzigingen.
In Noord-Brabant staan bijvoorbeeld negentig veehouderijen op de lijst om naar een nieuwe locatie te verhuizen. In Gelderland, Utrecht, Limburg en Overijssel hebben zich respectievelijk 45, 1, 32 en 20 bedrijven gemeld voor een andere locatie. „Er zijn 1600 plannen in voorbereiding en er liggen er nog 1500 op de plank. Er komt 14.000 hectare nieuwe natuur. Gelderland en Brabant willen op 56.000 hectare de verdroging van de grond aanpakken. Wandel- en fietspaden gaan het platteland ontsluiten”, somde de minister op.
Veerman repte van misschien wel de grootste omwenteling na de Tweede Wereldoorlog, die ook nog eens zonder onmin lijkt te verlopen. „Het komt door het verschil in aanpak. Dit is niet bedacht achter het bureau, maar door boeren, dorpelingen en lokale bestuurders.”