Dat was in het jaar 1900 wel anders, toen er 200 voertuigen over ’s heren wegen reden. Tien jaar later was het park gegroeid naar het tienvoudige. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog reden er zo’n 100.000 personenauto’s en 55.200 bedrijfswagens in Nederland rond. Er was toen al sprake van 1 auto op 89 inwoners. We bevolkten ons landje met 8,9 miljoen zielen. Anno 2006 zijn dat er 16,3 miljoen (1 auto per 2,3 inwoners).Van het huidige park rijdt 81,3 procent op benzine en 15,8 procent op diesel. Het aandeel lpg is verwaarloosbaar klein. In de nieuwverkoop ligt het aandeel diesel met 26,5 procent aanzienlijk hoger.

Pruttelen
Wat de verkopen betreft gaat Opel met bijna 869.000 exemplaren op kop, met in het kielzog Volkswagen, goed voor ruim 797.000 stuks.

Het meest in het kentekenregister opgenomen type is de Volkswagen Golf (363.869 stuks). De Opel Astra is een goede tweede met 315.181 eenheden.

Aardig is om te kijken naar de kleine merken en naar de verdeling binnen de merken. Zo kennen we in Nederland bijvoorbeeld 44 Bugatti’s, zijn er nog ruim 7000 Citroën 2CV’s bekend, 3400 Fiats 500 en 600, 234 exemplaren van het de allang vergeten NSU, pruttelen nog 405 Trabants er lustig op los en wordt de historie van Simca levend gehouden door 278 auto’s van dit merk, naast 157 Talbots.

Volkswagen is veruit het grootste merk op bestelautogebied, gevolgd door Mercedes, Ford en Renault. Het vrachtwagenpark bestaat verder voor het overgrote deel uit trekkers (65.000) en bakwagens (42.000).

Het zal niemand verwonderen dat nieuwe auto’s steeds duurder worden. Omgerekend gaven we in 1970 gemiddeld 3389 euro uit aan een nieuw model. Dat was vorig jaar al 24.608 euro. Bij een auto op benzine is dit bedrag opgebouwd uit 3026 euro aan btw, 5658 euro aan bpm, en dan blijft er 15.925 euro als kale basisprijs over.

Bij een diesel ligt de bpm-heffing wat anders en gaat er van dezelfde aanschafprijs nog maar 14.787 euro naar de dealer. Wie denkt dat leaseauto’s de gemiddelde verkoopprijs kunstmatig hoog houden, heeft het mis. Een gemiddelde leaseauto kostte in 2005 23.650 euro. De meest verkochte leaseauto is de Volkswagen Golf.

Prijssegment
De meeste auto’s worden verkocht in de prijsklasse van 20.000 tot 30.000 euro (38,7 procent). Het prijssegment boven de 32.500 euro beslaat niet meer dan 17,2 procent van de totale autoverkopen. Het populairste voertuigtype is de vijfdeurs hatchback, met 27,7 procent marktaandeel. Daarna volgen de ruimtewagen (18,7 procent) en de stationwagon (18,6 procent).

Terreinauto’s en SUV’s zijn enorm in opkomst en hadden in 2005 een aandeel van 5,7 procent. Duitsland is met 37 procent de grootste leverancier van nieuwe auto’s, met Frankrijk als goede tweede (22 procent). Japan volgt op afstand met 17,1 procent, terwijl Korea nog steeds in opmars is en nu al 9,3 procent vertegenwoordigt, een goede vierde plek.

Het zogenaamde A-, B- en C-segment (stadsauto’s, compacte auto’s en middenklassers) gedraagt zich behoorlijk stabiel en bepaalt voor meer dan de helft de markt. Het D-segment met meer traditionele zakenauto’s als de Opel Vectra en Ford Mondeo slinkt al jaren. De uittocht gaat in dit geval naar de midiruimtewagens of de compacte SUV’s.

Naast de vele honderdduizenden nieuwe auto’s die vooral via de officiële dealers worden verkocht, verwisselen jaarlijks ruim 1,8 miljoen gebruikte auto’s van eigenaar. Daarvan worden er meer dan 1 miljoen verkocht via professionele autobedrijven en garages en gaat een respectabele 759.000 stuks van particulier naar particulier.

Brandstof
Hoe belangrijk de mobiliteitsbranche voor de werkgelegenheid is, blijkt uit de 91.950 banen in de sector, waarvan het merendeel (59.500) bij autobedrijven. De geschatte omzet voor de totale branche bedraagt 58,8 miljard euro exclusief btw.

Ondanks de zwarte wolken die zich met enige regelmaat samenpakken boven garagebedrijven, waren er op de peildatum dit jaar 6332. Dat betekent ondanks een piek van bijna 7500 in 1990 nauwelijks een daling ten opzichte van 1975, toen er bij de Bovag 6590 autobedrijven bekend waren. De officiële dealerbedrijven vertonen een vergelijkbaar beeld. Nu zijn dat er 2971.

Zonder brandstof gebeurt er niets in de branche. In totaal consumeren we jaarlijks 13.629 miljoen liter benzine, diesel en lpg, die via 4284 verkooppunten aan de man en vrouw worden gebracht. De kale prijs van een liter Euro 95 bedroeg op 5 juni. 56,61 eurocent. Daarop komt maar liefst 160 procent (!) aan accijnzen, heffingen en btw. Bij diesel en lpg ligt dat percentage op 97 en 35 procent. Dat geld verdwijnt allemaal in de overheidskas. De hele branche brengt zo 16,4 miljard euro in de Haagse schatkist.

Voor discussie vatbaar is het bedrag dat de overheid weer uitgeeft aan de infrastructuur. Volgens berekeningen van de RAI zou dat dit jaar 5,3 miljard zijn.

Dan nog even de vervuiling die we allemaal samen teweegbrengen. De uitstoot aan koolmonoxide van het totale wegverkeer is van 1990 tot 2004 met maar liefst 55 procent afgenomen. Kooldioxide heeft die weg nog te gaan, want daar was de toename juist 32,5 procent. Beter gaat het met de vluchtige organische stoffen (min 69 procent), de stikstofoxiden (min 41,7 procent) en de kleine deeltjes (min 44 procent). En dat laatste nog zonder de invloed van de roetfilters voor diesels.

Tot slot is het aantal dodelijke verkeersslachtoffers ondanks de grotere verkeersdrukte in vijf jaar tijd met bijna 30 procent gedaald. Daarmee bevindt Nederland zich op het laagste niveau in de Europese Unie.