Van der Hoeven is er trots op dat de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tijdens haar bewind een sprong heeft gemaakt van 23 naar 29 miljard. Wel erkende ze dat ze de verkiezingsstrijd in gaat met een dreigend lerarentekort. Zelf benadrukte de minister de herwaardering van het veelgeplaagde vmbo, dat volgens onderzoek van leerlingen, ouders en leraren tegenwoordig een ruime voldoende krijgt.Scholen „bruisen" meer dan vier jaar geleden, had de minister gesteld. Ze meent dat leerlingen „het gewoon goed doen", dat „excelleren geen vies woord meer is" en dat de „typische Nederlandse zesjescultuur" langzaam verdwijnt. Van der Hoeven gaf donderdag toe dat er sprake is van een tegenstroom, die groeiende onvrede uit over het Nederlandse onderwijs. Zij is in gesprek met de vereniging Beter Onderwijs Nederland, die die visie verwoordt.

De minister houdt niettemin vast aan meer autonomie voor de scholen, die door haar voorganger Loek Hermans is ingezet. Maar ze ziet net als haar critici en de Tweede Kamer gevaren in de managers die de laatste jaren de scholen zijn binnengestapt. Een onderzoek, dat medio 2007 klaar is, moet duidelijk maken hoeveel scholen uitgeven aan „improductieve overhead", zoals zij het noemde.

Van der Hoeven lijkt zich minder dan de Kamer zorgen te maken over het lerarenbeleid. In het basisonderwijs ziet zij momenteel geen problemen (’de zaak is in balans’), in het voortgezet onderwijs voorziet zij in de komende jaren tekorten. Op de kritiek van het Kamerlid Mariëtte Hamer (PvdA) dat er geen noodplan klaarligt, reageerde de minister nauwelijks.

Van der Hoeven voelt er niets voor om 100 miljoen euro te onttrekken aan het provinciefonds om de arbeidsvoorwaarden van goed opgeleide leraren te verbeteren. Zij zou dat „onbehoorlijk bestuur" vinden, omdat de rijksoverheid het overleg met de provincies net heeft afgerond.

Ursie Lambrechts (D66) had om die bijdrage gevraagd. Net als haar eveneens scheidende collega’s Eric Balemans (VVD) en Paul Jungbluth (GroenLinks) is zij van plan zich voortaan via de opiniepagina’s met het onderwijsbeleid te gaan bemoeien. Die opmerking was ingegeven door Jan de Vries (CDA), die beklemtoonde dat zijn partij de „klaagcultuur" op die plek in de kranten niet deelt.