Oppassubsidie voor opa’s en oma’s
De verkiezingen komen eraan. Dat is goed te merken. Er worden de kiezer tal van beloften gedaan. Vooral kinderopvang blijkt een populair onderwerp te zijn. Voor mensen met bezwaren tegen commerciële opvang is er een alternatief: de oppassubsidie.
Er is een ware politieke hype rond het onderwerp kinderopvang. VVD en GroenLinks beloven het argeloze kiezersvolk zelfs vijf dagen gratis kinderopvang. Volgens deze partijen zou kinderopvang een basisvoorziening moeten worden. Vooral Halsema van GroenLinks heeft zich hier sterk voor gemaakt.Onzinnig natuurlijk, want het is een fictie dat ouders hier massaal gebruik van maken. Het is eenvoudigweg onbetaalbaar. Als alle kinderen die nu gebruikmaken van commerciële opvang drie volle dagen op de crèche zouden doorbrengen, dan gaat dit de Nederlandse belastingbetaler een slordige 5 miljard euro per jaar kosten. En dan gaat het nog maar om drie dagen. Wat als alle kinderen gebruikmaken van de opvang gedurende de hele week? De VVD reserveert 400 miljoen euro en GroenLinks 300 miljoen euro voor een volle week. Rutte en Halsema willen dus voor een dubbeltje op de eerste rang zitten.
Zakcentje
Naast betaalbaarheid speelt mee dat hetzelfde argeloze kiezervolk geen massale behoefte heeft aan commerciële opvang. Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat in de achterliggende periode slechts 10 procent van de vrouwen gebruik heeft gemaakt van een dergelijke voorziening. De oorzaak hiervan is vooral cultureel bepaald: mannen houden niet van stofzuigen, ramen lappen en strijken en dus zit een fulltime baan er voor moeder de vrouw niet in.
Verder maken veel ouders gebruik van informele vormen van kinderopvang. Het kind of de kinderen worden ondergebracht bij vrienden, bekenden of familieleden. Vooral opa’s en oma’s worden ingeschakeld.
Wat veel mensen echter niet weten, is dat opa en oma, maar ook oppaszussen, -vriendinnen en -buren een oppassubsidie kunnen aanvragen voor hun diensten. Als er dan toch gebruik gemaakt moet worden van opvang, is dit een alternatief. Opa en oma ontvangen een extra zakcentje zonder dat het hun kinderen iets kost.
Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moeten opa en oma zich inschrijven als gastouder. Er zijn zelfs bedrijven die zich momenteel alleen op deze informele gastouderopvang richten. Na inschrijving komt er een medewerker van de gastouderorganisatie langs om te bezien of het huis van opa en oma geschikt is voor opvang. Ook moeten opa en oma een verklaring van goed gedrag via de gemeente aanvragen. In veel gevallen regelen de gastouderbedrijven de registratie en de administratieve afwikkeling, waaronder de subsidieaanvragen.
Opa en oma ontvangen vervolgens een bruto-inkomen (ongeveer 5 tot 7 euro per uur). Hier gaan bemiddelingskosten af en eventueel belasting en overige kosten. Overigens kunnen gemaakte kosten voor voeding, verzorging, speelgoed, inventaris et cetera afgetrokken worden.
De ouders zelf betalen een bijdrage aan de kinderopvang, maar ontvangen gelijktijdig de kinderopvangtoeslag (belastingdienst) en eventueel een werkgeversbijdrage. Per 1 januari 2007 zijn werkgevers overigens verplicht een bijdrage te leveren aan kinderopvang.
Afhankelijk van het inkomen en het aantal uren dat van de opvang gebruik wordt gemaakt, blijft er voor de ouders een negatief verschil. Maar wanneer opa en oma dit verschil weer aan de ouders schenken, betalen de ouders uiteindelijk niets voor de opvang en kan het uiteindelijke netto voordeel oplopen van enkele tientjes tot duizenden euro’s per jaar. Ruimhartige opa’s en oma’s kunnen dit op hun beurt belastingvrij schenken aan hun kind (maximaal 4361 euro) en aan hun kleinkinderen (maximaal 2607 euro).
Vrijheid
Het lijkt een omslachtige regeling, maar in de praktijk valt het wel mee, zo willen ervaringsdeskundigen doen geloven. De regeling heeft in elk geval het voordeel dat de kinderen in vertrouwde handen zijn en dat er direct invloed uitgeoefend kan worden op de opvang. Maar niet alle gezinnen hebben een opa en oma en niet altijd wonen die direct in de buurt.
Het zou dan ook veel beter zijn om de vele tientallen miljoenen euro’s die aan kinderopvang worden besteed te verdelen via de kinderbijslag over alle gezinnen met kinderen in de vorm van een kindgebonden budget. Het verstevigt de koopkracht van het gezin.
Bovendien heeft zelfs Halsema dan de vrijheid om te bepalen hoe zij de opvang van haar kinderen regelt. Wat mij betreft mag ze ervoor kiezen om thuis te blijven.
De auteur is werkzaam bij de RMU als manager communicatie & pr.