Cultuur & boeken

Alleen een papa in het weekend

Titel: ”Weekendpapa”
Auteur: Nelleke Scherpbier
Uitgeverij: Columbus, Heerenveen, 2006
ISBN 90 8543 035 6
Pagina’s: 26 blz., € 11,50.

Gijsbert Wolvers
4 October 2006 14:04Gewijzigd op 14 November 2020 04:09

Echtscheiding is dramatisch. Voor de partners, maar minstens zo dramatisch voor de eventuele kinderen. Nelleke van Dongen-Scherpbier (25) uit Waarde schreef er een themaprentenboek over, mét vragen om over te praten. Ze weet waarover ze schrijft. „Ik ben hiervoor gevraagd omdat mijn ouders ook zijn gescheiden. Ik was toen een jaar of zeven.” Boeken vormen een belangrijk onderdeel van Nellekes leven. De voorkamer toverde ze, samen met haar man, Johan, om tot een boekenwinkeltje. Achter de banken en de salontafel staan kasten met boeken op de hoge planken, buiten bereik van hun kinderen Han en Imme. In de keuken beslaan kinderboeken een wand, naast een kast met boeken voor volwassenen. In de kelderkast, speelplaats voor de kinderen, hangt een boekenplank.

Zoon Han speelt met zijn trekker, lepeltjes en stickerboek. Moeder Nelleke praat in de woonkeuken over haar vierde boek, met de sprekende titel ”Weekendpapa”. „De tekst is voor een prentenboek eigenlijk vrij lang. Meestal is dat in een prentenboek vier regels per bladzijde. Maar dit boek behandelt een moeilijk thema.”

„Dan hoort hij een boze stem. Het is papa. Jesse doet de deur open. Hij loopt naar de trap. Waarom zou papa boos zijn? Mama zegt iets terug. Haar stem klinkt ook boos. (…) Jesse rilt. Hebben jouw papa en mama wel eens ruzie? Wat denk je dan?”

Op bijna elke bladzijde staat een beertje dat een vraag stelt. Nelleke: „Ouders en leerkrachten kunnen het boek voorlezen. Het is de bedoeling dat kinderen die met echtscheiding te maken hebben, leren over hun gevoelens te praten. Dat is goed voor hen. Daar kunnen dus ook andere kinderen bij worden betrokken.”

Praatboek
Redacteur Aukelien Wierenga van uitgeverij Columbus vroeg Nelleke het boek te schrijven. „Mijn ouders zijn ook gescheiden. Ik was toen een jaar of zeven. Tijdens mijn onderzoek over het onderwerp herkende ik gevoelens van kinderen die met echtscheiding te maken hebben, zoals verantwoordelijkheids- en schuldgevoelens. Die heb ik zelf ook gehad. Ik zou het fijn hebben gevonden als er toen ook zo’n praatboek was geweest. Dat had me geholpen.”

„„Daan”, zegt Jesse. „Hadden jouw papa en mama vaak ruzie?” Daan denkt na. Dan knikt hij. „Ja, best vaak”, zegt hij. „Daarom is mijn mama weggegaan, denk ik.” (…) „Mijn papa en mama maken ook ruzie”, zegt Jesse zacht. „Ik vind er niks aan.””

Volgens Nelleke is dit boek mogelijk het eerste christelijke (prenten)boek over echtscheiding. „Mij is verder niets bekend. Wel zijn er niet-christelijke boeken over echtscheiding of boeken waarin het bestaan van gescheiden ouders een gegeven is.”

„„Ik ben eerder klaar dan jij, mam!”, zegt hij. Mama knikt weer. Het lijkt wel of ze niet luistert naar wat Jesse zegt. Papa zegt ook niets. Jesse krijgt een verdrietig gevoel in zijn buik. Heb jij ook wel eens zo’n verdrietig gevoel in je buik? Wanneer?”

Jesse, de hoofdpersoon in het boek, merkt niet dat zijn ouders van plan zijn uit elkaar te gaan. „Kinderen merken het wel als er ruzie is, maar veel minder dat ouders niet meer tegen elkaar zeggen: Ik hou van je. Wel merkt Jesse dat zijn ouders minder enthousiast op hem reageren. Maar het komt niet bij hem op: Ze gaan uit elkaar.” Deze aankondiging lijkt in het boek dan ook als een donderslag bij heldere hemel te komen.

„Papa slaat zijn arm om hem heen. „We moeten met je praten”, zegt hij. „Ik ga ergens anders wonen. In een flat.” (…) Jesse springt van de bank. „Dat wil ik niet!”, schreeuwt hij. Hij schopt zijn lego-toren om. „Ik vind het heel stom dat papa weggaat. Ik wil bij jullie allebei wonen.””

Nelleke las het boek op de recente BCB-boekenbeurs voor aan kinderen. „Ik realiseerde me: Dit is helemaal geen leuk boek om voor te lezen. Straks denken kinderen ook van hun ouders: Jullie gaan uit elkaar. Toch geeft het boek wel aan hoe belangrijk communicatie met kinderen is. En onderlinge communicatie. Het huwelijk is een zaak waaraan je alle twee moet blijven werken.”

„„Jij vindt het ook niks, hè Beer? Stil maar, ik help je wel. Mama heeft gezegd dat we elke week twee nachtjes bij papa mogen slapen.” Als je ouders gaan scheiden, voelt het alsof je een beetje twee stukjes wordt. Een stukje van papa, en een stukje van mama. Heb jij dat ook?”

Het boek heeft een functie voor scheidende ouders. „Zij zijn meestal heel sterk met zichzelf bezig. Als een huwelijk kapotgaat, zorgt dat voor woede, verdriet en pijn. Maar de kinderen hebben niets gedaan. Zij hebben echter vaak wel het gevoel dat het hun schuld is.”

„„Kijk”, zegt Jesse. Hij kiept zijn spaarpot om boven de tafel. „Voor jullie. Dan hoeven jullie geen ruzie meer te maken.” (…) „Maar jij kunt er niets aan doen”, zegt mama. Ze aait over zijn haar. „We vinden jou nog steeds heel lief.””

Het is belangrijk dat kinderen op school (laten) vertellen dat hun ouders gaan scheiden. „Echtscheiding komt ook in de gereformeerde gezindte steeds meer voor. Toen mijn ouders uit elkaar gingen, was het op de lagere school nog heel ongebruikelijk. Toen ik op de middelbare school zat, kwam het al vaker voor.”

Discriminerende reactie
Overigens waren de reacties in Nellekes omgeving nogal vreemd, discriminerend soms. „Toen ik een keertje niet kon gymmen, zei een klasgenote: Juf, Nelleke kan niet gymmen omdat haar ouders gescheiden zijn. En een aantal vriendinnetjes mocht niet meer bij mij thuis spelen, omdat mijn ouders uit elkaar waren.”

„Heb jij op school verteld dat je papa en mama gaan scheiden? Aan wie heb je het nog meer verteld?”

Eén persoonlijke ervaring verwerkte Nelleke in het boek. „Toen ik voor het eerst bij mijn vader logeerde, bleek dat hij -heel schattig- vreselijk kinderachtige dekbedden bij IKEA had gekocht.”

„Er ligt een rood dekbed op, met beertjes. „Hoe vind je het?”, vraagt papa. „Wel leuk”, zegt Jesse. Hij vindt het dekbed een beetje kinderachtig, maar dat zegt hij niet.”

Nelleke van Dongen schrijft bewust onder haar meisjesnaam. „Het is iets wat ik van mijn kant heb meegekregen. Schrijven is ook mijn ding. Ik heb wel eens de suggestie gekregen dat ik dat doe voor het geval Johan en ik uit elkaar zouden gaan.” Beslist: „Dat zijn we niet van plan. Wij gáán voor ons huwelijk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer