„Friet blijft een voordelige maaltijd”
STEENDEREN - De hoeveelheid aardappels die akkerbouwers dezer dagen van het land halen, valt behoorlijk tegen. Ook met de kwaliteit van de piepers is het niet best gesteld. „De prijs van een zak patat gaat fors omhoog, maar Nederland zal er niet minder friet om eten.”
Dick van der Aart, marketing manager bij aardappelverwerker Aviko, is met de consumentenprijs voor een zak patat snel klaar. „Een kilozak kost nu ongeveer 1 euro, binnenkort wellicht tussen de 1,25 en de 1,29 euro. Een forse stijging, maar friet blijft relatief voordelig voor een maaltijd.”De zorgen -die zijn er wel degelijk- zitten een paar stadia eerder. Om bij de oogst te beginnen: die valt naar verwachting een kwart lager uit dan vorig jaar. „In juli hadden we het niet alleen warm vanwege de temperatuur, maar maakten we ons ook serieus zorgen óf er wel een aardappeloogst zou zijn dit jaar.”
Dat viel enigszins mee. De hete zomer voorkwam echter dat de aardappels goed groeiden, een groeispurt tijdens de natte augustusmaand leverde geen grotere knollen op, maar meer kleinere exemplaren van beduidend mindere kwaliteit.
Dit laatste wordt afgelezen aan het zogenoemde Onder Water Gewicht (OWG). „Op die manier weeg je de hoeveelheid droge stof in een aardappel”, legt Van der Aart uit.
In een mooi aardappeljaar ligt het OWG rond de 400, Aviko accepteert aardappels vanaf een waarde van 360. „Deze oogstronde levert veel lagere waardes op, zelfs tot 280.”
Dat betekent zwaar weer voor de gehele sector. Telers die op contract aardappels verbouwen, vangen (veel) minder geld voor hun gewas, omdat er in de contracten wordt gewerkt met OWG-eisen. Een hogere aardappelprijs vanwege de lagere aanvoer verandert daar vanwege de contracten niets aan. Akkerbouwers die -een deel van- hun oogst vrij verkopen, kunnen daarentegen wél profiteren van de hogere prijzen.
De Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) sprak deze week met boerenorganisatie LTO-Nederland over een versoepeling van de OWG-normen in de afgesloten contracten. Deze stap verlicht de pijn enigszins, maar veel contractboeren zijn hiermee bepaald niet uit de brand.
In de moderne fabriekshal van Aviko, met een marktaandeel van 25 procent de tweede aardappelverwerker in Europa, dansen duizenden goudgele frietjes voorbij op brede lopende banden. Te korte of te dunne staafjes en glazige exemplaren met groene of blauwe plekken worden er zorgvuldig uitgefilterd. Mensenhanden komen er in het immense gebouw nauwelijks aan te pas.
Aviko betrekt zijn grondstoffen van zo’n 2000 telers in Nederland, België, Duitsland en Polen, goed voor zo’n 1,5 miljoen ton. De afzet -rond de 400 miljoen euro voor de hele groep- verloopt via grote retailers en foodserviceorganisaties.
Voor een eindproduct dat aan de kwaliteitsnormen van Aviko voldoet, is de aanvoer van puike aardappelen een eerste vereiste. Nu dat dit jaar tegenzit, moet het concern de aardappels -die relatief meer water bevatten- langer bakken. „Niemand zit te wachten op slappe, glazige friet.”
Ook doet Aviko enige concessies waar het de lengte van de frieten betreft. „Van kleine aardappels kun je geen lange patatten maken.”
De aardappelrace duurt tot medio november. Een deel van de oogst gaat rechtstreeks naar de aardappelverwerkende industrie. Een nog groter deel wordt ingeschuurd en zo nodig gedroogd, om daarna fasegewijs te worden verkocht. „Een aardappelverwerker heeft belang bij een gelijkmatige aanvoer, het hele jaar rond”, vertelt Van der Aart. „Een aardappel die nu wordt gerooid, valt over het algemeen goed te bewaren tot volgend jaar juni. Of dat dit jaar ook het geval is, zullen we moeten zien.”
Patat is een belangrijk eindproduct. Toch wil Aviko niet louter als frietfabrikant op de kaart worden gezet. Van der Aart: „We innoveren waar we dat kunnen. Er zijn de afgelopen jaren tal van aardappelvarianten bedacht. We komen binnenkort met stamppotten op de markt. We willen niet meer alleen afhankelijk zijn van frieten.”
Waarmee de marketingmanager overigens geen kwaad woord wil zeggen over de goudgele staafjes. „Friet kampt met het imago van dikmaker. Gewone patat bevat 10 tot 12 procent vet. In chocolade zit al meer.”
Aviko kan met zijn ”Fridéale” (33 procent minder vet) zelfs wedijveren met twee boterhammen met kaas. „Wat zeg ik? Een portie Fridéale is gezonder, want die bevat minder vet en al het goede van de aardappel zit erin en blijft erin.”