Veiligheid op school
Scholen hebben oren en ogen nodig, zo luidt de kop boven een artikel over veiligheid op school van Marlies de Groot e.a. in Pedagogiek, september 2006.
Een van de aspecten van schoolveiligheid is de sociale veiligheid in onderlinge contacten binnen groep, klas en school. Risicofactoren en beschermende factoren spelen bij de veiligheidsbeleving een rol. Risicofactoren werken onveiligheid in de hand, terwijl beschermende factoren juist bijdragen aan schoolveiligheid.Bij het onderzoek naar deze beschermende factoren valt het de schrijvers op dat drie kernwoorden steeds weer naar voren komen: persoonlijke aandacht, participatie en regelhandhaving.
Persoonlijke aandacht raakt onmiddellijk aan kleinschaligheid. Leerlingen willen herkend en erkend worden. Als ze iets goed doen, willen ze dat horen. Als ze problemen hebben, willen ze een luisterend oor. En als ze hun boekje te buiten gaan, willen ze daarop aangesproken worden, al zullen ze dat laatste niet snel hardop zeggen. Kortom, leerlingen willen gezien worden. Vanuit deze wetenschap schreeuwen scholen dan ook soms om meer ’ogen’.
Ook regelhandhaving is belangrijk. Cruciaal daarbij is dat er aandacht is voor de handhaving van regels die zowel voor leerlingen als voor personeel duidelijk zijn. Ook daarbij zijn ’ogen’ noodzakelijk.
Door participatie van leerlingen wordt ten slotte de betrokkenheid van leerlingen bij de school en bij elkaar vergroot. Als zij mogen meedoen bij schoolactiviteiten zal dat een positieve invloed hebben op hun verantwoordelijkheidsgevoel.
Kortom: persoonlijke aandacht, participatie en regelhandhaving zijn van groot belang voor een positieve sfeer en een goed klimaat binnen de school. Ze zijn de basis voor een veilige leeromgeving.
Een specifiek aspect van veiligheid op school is uitgewerkt in een onderzoek van J. T. A. Bakker e.a.: ”Zelfbeeld en sociometrische status van kinderen met specifieke en algemene leerproblemen in regulier en speciaal basisonderwijs”. Deze samenvatting is te vinden in het Tijdschrift voor Orthopedagogiek, september 2006.
Het is bekend dat leerproblemen het gevoel van veiligheid in de school aantasten. Ze vormen een risicofactor. Vaak wordt gesteld dat scholen voor speciaal onderwijs meer in staat zijn een veilige leer- en schoolomgeving voor kinderen met moeilijkheden te scheppen dan het regulier onderwijs kan bewerkstelligen.
De onderzoekers verrichtten empirisch onderzoek naar de verhouding tussen enerzijds status in de groep en het zelfbeeld van leerlingen en anderzijds het prestatieniveau. Onderscheid werd gemaakt tussen specifieke leerproblemen en algemene leerproblemen. Ook werden onderscheiden het regulier onderwijs en het speciaal onderwijs.
Leerlingen met algemene leerproblemen blijken in het reguliere onderwijs vaker afgewezen te worden en hebben een lager zelfbeeld (ervaren dus meer onveiligheid) dan leerlingen met specifieke leerproblemen zoals moeilijkheden met rekenen of met taal.
In het speciaal onderwijs blijkt het zelfbeeld van de leerlingen geen samenhang met het prestatieniveau te vertonen.
Deze uitkomsten zijn een kanttekening bij het streven naar Weer Samen Naar School (WSNS). De veronderstelling is dat kinderen die problemen bij het leren ervaren er in cognitief en sociaalemotioneel opzicht bij gebaat zijn te midden van hun leeftijdgenoten onderwijs te krijgen.
Er zijn studies die voeding aan deze zienswijze geven, althans wanneer de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen in ogenschouw wordt genomen.
Studies naar aspecten van het sociaalemotioneel welzijn van leerlingen, veelal uitgedrukt in zelfbeeld en status in de groep, zetten echter nogal wat vraagtekens bij de veronderstelde heilzame effecten van inclusief onderwijs.
Bij herhaling is aangetoond dat kinderen met leerproblemen in het reguliere onderwijs bij hun leeftijdgenootjes laag in aanzien staan. Ze zijn oververtegenwoordigd in de genegeerde en afgewezen groep, maar ondervertegenwoordigd in die van de populairen. In het separaat speciaal onderwijs lijken kinderen in sociaalemotioneel opzicht beter af.
Hun status blijkt daar aanzienlijk gunstiger dan in het reguliere onderwijs.
Een verregaande conclusie over de plaats van het speciaal onderwijs is echter uit dit onderzoek niet te trekken. Want ander onderzoek suggereert dat kinderen met leerproblemen in de beschermende omgeving van het speciaal onderwijs de neiging krijgen de ernst van hun leerproblematiek te onderschatten.
Gevolg daarvan zou kunnen zijn dat zij onvoldoende gemotiveerd raken hun leerproblemen te boven te komen. De onderzoekers concluderen dan ook dat de resultaten van hun onderzoek zich amper lenen voor een nadere standpuntbepaling over het WSNS-beleid.
Duidelijk mag zijn dat de mate waarin een leerling zich veilig voelt van invloed is op het welbevinden op school: een hoger zelfbeeld en niet afgewezen worden door andere leerlingen vormen beschermende factoren en dragen bij aan de sociale veiligheid op school.
Drs. M. Burggraaf, voormalig voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede