In juli werden de eerste resultaten gepresenteerd. In het gerenommeerde restaurant Oud Sluis van kok Sergio Herman in het Zeeuws-Vlaamse Sluis werd voor het eerst het eindresultaat geserveerd en gedoopt tot commissarismossel. Herman: „Het is een heel mooie grote mossel. Vol van vlees en zuiver en zacht van smaak.”Biologen Marco Dubbeldam en Jaap Postma van Stichting Zeeschelp hebben hun proefstation aan de Oosterschelde bij het Noord-Bevelandse Kamperland. Hier worden mossellarven ontwikkeld tot mosselbroed. Dat wordt verder gekweekt tot mosselzaad. Dat kan weer worden gebruikt voor de verdere kweek tot mossel.

De initiatiefnemers werden tijdens de kweek continu geconfronteerd met scepsis van de traditionele mosselkwekers. Dubbeldam: „We hadden hier bakken met miljoenen larven staan. Die zouden vast niet blijven hangen aan de touwen in de Oosterschelde. Toen ze dat toch deden, zeiden ze weer dat ze waarschijnlijk niet zouden uitgroeien tot zaad. Daarna zouden de zaadjes weer niet gaan groeien, maar ze bleken zelfs harder te groeien. Uiteindelijk zouden ze ook niet lekker zijn. En ook dat is inmiddels niet waar gebleken.”

Het doel van de twee is mosselen helemaal op het land te laten uitgroeien tot consumptiemosselen. Nu zijn die nog niet te vinden in hun proefstation in de Jacobapolder. Het mosselzaad groeit nu nog uit tot mossel in de Oosterschelde bij Neeltje Jans. „Als het uiteindelijk lukt de mossel aan land te laten opgroeien, heb je helemaal geen last meer van externe omstandigheden”, aldus Dubbeldam.

Het toekomstbeeld bestaat voor de initiatiefnemers uit koeienstallen waarin mosselen worden opgeslagen en weilanden die kweekvijvers worden. „We lopen nu nog een beetje ver voor de muziek uit, maar de agrarische sector heeft er zeker belangstelling voor”, zegt Postma terwijl Dubbeldam met een akkerbouwer telefoneert.

De eerste oogst van zo’n 4000 kilo is momenteel aan de gang, maar de prijs is nog vrij hoog. De stichting is bezig het rendement te verhogen, naast het verder optimaliseren van het kweekproces. Wanneer de twee dat helemaal onder controle hebben, voorzien ze een „blauwe revolutie” in het groene Zeeland. Dubbeldam: „Landbouwers zijn immers veel innovatiever dan traditionele mosselkwekers en kijken altijd naar wat voor hen het meest rendabel is.” Ook voor de kweek van kokkels en tapijtschelpen op het land is er mogelijk toekomst.