Tussensprint voor JSF
DEN HAAG - Wel of niet meebouwen aan de JSF? Dat is de vraag waarop de Tweede Kamer nog voor de verkiezingen van 22 november een antwoord op moet geven.
Als het aan staatssecretaris Van der Knaap (Defensie) ligt, doet Nederland mee. En hoewel Nederland daarmee nog geen enkel toestel bestelt, toch komt de aanschaf van het vliegtuig daarmee dichterbij dan ooit.„We zien wel wat het Nederlandse parlement beslist”, zegt Dana Pierce berustend. De vertegenwoordiger van vliegtuigfabrikant Lockheed Martin in Nederland volgt de politieke ontwikkelingen op de voet. Voor 6 december willen de Amerikanen hom of kuit van de Nederlanders. „Ik heb geen commentaar op de politieke ontwikkelingen in Nederland. Maar uw land moet zich realiseren dat meedoen veel kansen biedt.”
Toch hoeft Pierce zich waarschijnlijk niet al te veel zorgen te maken. Regeringspartijen CDA en VVD zijn voor meedoen aan de productie. Ook D66, de LPF en de SGP steunen het voornemen. Daarmee is er een meerderheid in de Kamer.
Desondanks is een megaproject als de Joint Strike Fighter altijd gevoelig voor politieke beslissingen, legt Pierce uit. „Er is een zeker risico. Niet alleen in Nederland, maar ook in Italië of het Verenigd Koninkrijk. Dat komt doordat de JSF een echte coproductie is. Nederland bouwt een aantal onmisbare onderdelen. Mocht uw land afhaken, dan lopen de productiecontracten nog een tijdje door. Maar we gaan dan natuurlijk wel op zoek naar andere leveranciers.”
Directeur Cent van Vliet van de Nederlandse Industriële Inschakeling Defensieopdrachten (NIID), een organisatie die de Nederlandse defensie-industrie vertegenwoordigt, verwacht dat de JSF na de verkiezingen een belangrijke rol gaat spelen bij de kabinetsonderhandelingen. De deelname aan de productie ziet hij als een soort tussensprint. De grote finale komt nog, als Nederland voor de vraag staat of het het gevechtsvliegtuig daadwerkelijk aanschaft.
In aanloop naar het moment dat die vraag actueel wordt, is de NIID een waar offensief gestart om de Tweede Kamerfracties ervan te overtuigen dat de Amerikaanse straaljager het beste is wat Nederland zich kan wensen. „De contacten met alle partijen zijn intensief. Wij hebben factsheets gemaakt om de discussie te voeren op basis van feiten. Ook het onderzoek naar de economische effecten van de JSF-deelname speelt daarin een belangrijke rol.”
Van Vliet benadrukt dat van de 800 miljoen euro die de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven nu al in de JSF hebben gestoken, al zo’n 700 miljoen is teruggekomen in de vorm van opdrachten. „En het einde is nog niet in zicht, zeker niet wanneer we meebouwen en het toestel uiteindelijk ook kopen. Vergeet niet: na de bouw van het vliegtuig komt er nog een langdurige onderhoudsperiode. Nederland kan daar winst halen.”
Onduidelijk is nog wat de F-35, zoals de Amerikanen het toestel sinds kort aanduiden, uiteindelijk moet kosten. Vaststaat dat Nederland per toestel zo’n 10 miljoen dollar korting krijgt als het nu aanhaakt bij de productiefase. De stuksprijs zal naar verwachting ergens tussen de 45 miljoen en 115 miljoen dollar uitkomen. Defensie schat tussen 2010 en 2020 zo’n tachtig toestellen nodig te hebben om de ruim honderd F-16’s van de luchtmacht te vervangen.
Staatssecretaris Van der Knaap wond tijdens een bijeenkomst vorige week in Hoogeveen geen doekjes om de vraag of Nederland volgens hem de JSF nodig heeft. Als ons land afhaakt, aldus de bewindsman, is de investering van 800 miljoen euro weggegooid geld en kunnen we fluiten naar de korting op de stuksprijs als latere regeringen zich nog bedenken. Bovendien: „Niet meedoen betekent dat we onze militairen steun ontzeggen van het meest moderne materieel.”
Van der Knaap heeft er zelfs vertrouwen in dat de PvdA uiteindelijk voorstander is van de JSF-deal, zo hield hij zijn gehoor voor. „Het was Wouter Bos die als staatssecretaris van Financiën de Nederlandse deelname aan het JSF-project goedkeurde”, aldus de CDA’er.