College van Beroep tikt AFM op de vingers
DEN HAAG - De beurswaakhond AFM heeft drie jaar geleden ten onrechte een streep gezet door de carrière van twee gezichtsbepalende bestuurders bij de vermogensbeheerder Veer Palthe Vouˆte (VPV). Dat concludeerde het College van Beroep voor het bedrijfsleven dinsdag.
Advocaat Guido Roth sprak woensdag in Het Financieele Dagblad van een voor het AFM „vernietigende uitspraak.” Hij overweegt bij de beursautoriteit een miljoenenclaim in te dienen. „De oud-directeuren zijn drie jaarsalarissen misgelopen. Daarnaast is er nog de immateriële reputatieschade.”De AFM besloot in 2003 dat Jan Vouˆte en Michiel Palthe niet thuishoorden in de top van VPV, omdat zij eind jaren negentig misbruik zouden hebben gemaakt van voorwetenschap.
De kiem van de discussie over de twee bestuurders ligt in het voorjaar van 1999. VPV stortte zich toen op het plan om vier houdstermaatschappijen in te lijven die belegden in Koninklijke Olie en Unilever. Directeur Vouˆte onderhandelde daarover met het ministerie van Financiën, omdat in de koers van de fondsen een verborgen belastingheffing zat verrekend. Zodra de fiscale afhandeling van de overname met het ministerie geregeld was, zouden de maatschappijen miljarden meer waard worden. Bestuurder Palthe was op de hoogte van de onderhandelingen.
Gedurende de onderhandelingen handelde VPV door in de houdstermaatschappijen. Dat schoot de AFM in het verkeerde keelgat. De toezichthouder en De Nederlandsche Bank (DNB) bestempelden de bestuurders als onbetrouwbaar. De rechtbank in Amsterdam bevond beide bestuurders schuldig aan handel met voorkennis. Vouˆte kreeg daarvoor een voorwaardelijke celstraf en een taakstraf. Palthe kwam er zonder straf van af.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dinsdag dat AFM daarbij te kort door de bocht is gegaan. Volgens het college was de exclusieve informatie waarover de twee beschikten niet specifiek genoeg om daaraan harde conclusies te kunnen verbinden over de gevolgen voor de aandelenkoers van de betreffende beursgenoteerde houdstermaatschappijen. De onderhandelingen met Financiën waren een middel om tot een overname van de houdstermaatschappijen te komen, en geen doel op zich. Bovendien toonden meer partijen interesse in overname van de maatschappijen. Er was daarom geen sprake van voorwetenschap, aldus het college.
Algemeen directeur Alexander van Ketwich Verschuur van VPV reageerde dinsdag tevreden op de conclusies. „Het verheugt ons dat het college erkent dat we niet met voorkennis hebben gehandeld. Dat hebben we ook altijd gezegd.”
Een woordvoerder van de AFM noemde het opmerkelijk dat het College van Beroep tot een andere conclusie komt dan de strafrechters in Amsterdam. De toezichthouder wilde verder niet inhoudelijk reageren op het oordeel.
Vouˆte zei vanochtend in Het Financieele Dagblad dat hij blij is dat de AFM op zijn nummer wordt gezet. „Mensen in de financiële wereld worden te gemakkelijk aan de kant gezet. Ik hoop dat ze hiervan leren.”