Solliciteren oudere werkloze niet gemakkelijk
”CWI wil meer ouderen aan een baan helpen”, kopte de krant vorige week. Werkgevers zouden er meer oog voor moeten hebben dat er onder ouderen veel verborgen talent zit. Over een jaar zouden 20.000 45-plussers weer aan het werk moeten zijn. Een mooi streven. Maar de praktijk is zeer weerbarstig, stelt P. G. Mak.
CWI, UWV en werkgevers maken het een werkloze niet gemakkelijk. Een werkloze ontmoet veel bureaucratie. Wie werkloos wordt, dient zich bij het CWI te melden. Daar vindt een uitgebreide intake plaats. Via een site van het CWI vult de werkzoekende zijn cv in, een nogal tijdrovend werk. Maar hij is het verplicht. Wat moet je met deze rompslomp als je een werkloze hbo’er of academicus bent? De flyers in de publiekshal van het CWI roepen alleen maar om laaggeschoolden. Werkgevers kunnen de gegevens van de werkzoekende via internet raadplegen en zo contact zoeken met de werkzoekende.Je fronst je wenkbrauwen als je volgens de site van het CWI blijkt te kunnen solliciteren naar een baan als staatssecretaris. Diezelfde site plaatst een woningcorporatie in de sector handel. Voor menig werkzoekende een reden om deze site niet meer te raadplegen. Maar een werkzoekende heeft een sollicitatieplicht. Daarom gaat hij door met het zoeken naar werk en het schrijven van sollicitatiebrieven.
De werkbriefjes waarmee het UWV per maand om een verantwoording van de verrichte sollicitatieactiviteiten vraagt, zijn niet meer van deze tijd. Wanneer een sollicitatie per e-mail is verzonden, kunnen die niet ingevuld worden. De namen van de werkgevers bij wie gesolliciteerd werd, moeten ingevuld worden maar daarvoor is te weinig ruimte. En telefonisch contact met het UWV kan de eerste zes, zeven maanden niet worden gelegd omdat de computer het sofinummer niet herkent. Een brief met vragen wordt niet beantwoord. Dat deze sollicitant een probleem aankaart waar wellicht nog veel meer werkzoekenden tegen aanlopen, ontgaat de UWV-medewerker wellicht.
Strafkorting
Hoe kijkt een werkgever naar een sollicitatiebrief? Soms ontdekt de werkzoekende een geschikte vacature. Een van de functie-eisen is: „ervaring in dit werk of een aanverwante sector.” Die hééft de sollicitant. Bij afwijzing blijkt dat men zichzelf én de sollicitant niet serieus neemt door de criteria plotseling strakker te trekken. Men maakt dan bijvoorbeeld gebruik van het feit dat er veel sollicitanten uit de eigen branche zijn. Of men zit liever bijna een jaar met een vacature dan iemand aan te stellen die de capaciteiten heeft maar uit een andere branche komt. En weer valt een oudere met veel en brede ervaring af.
Zouden ook werkgevers niet tot een soort strafkorting veroordeeld moeten worden wanneer zij geschikte sollicitanten in de WW laten?
Tijdens een sollicitatietraining wordt je verteld dat solliciteren vooral op een andere manier moet. „Maak een afspraak met een (hoge) leidinggevende in een organisatie en leg hem uit wat je kunt en wat je wilt. Heeft hij geen mogelijkheden, dan weet hij vast wel een collega bij een ander bedrijf, eventueel in een andere sector. En zo neem je contact op met de volgende. Je laat steeds je cv achter en belt hem nog eens of hij wellicht mogelijkheden ziet. Op een keer moet het lukken.”
Maar zowel leidinggevenden als hun secretaressen, en niet minder de personeelsmedewerkers, vinden dit vaak maar niks. „Stuurt u maar een open sollicitatie en uw cv.” Klassiek denken noem ik dat.
Een werkgever vraagt iemand die informatie over onderhouds- en nieuwbouwplannen moet geven aan de huurders. Gelet op de ervaring met de gegeven taken moet dat lukken. „Hebt u ervaring met projecten? Nee? Jammer, dan kunnen we van uw diensten geen gebruikmaken.” Wist de personeelsmedewerker het zelf niet zo goed en had hij alleen maar een lijstje met criteria om langs te lopen? Bedrijven missen geschikte kandidaten omdat bij personeelszaken een onterechte selectie plaatsvindt.
Als oudere werkloze blijf je het proberen.
De auteur is werkloos.