De vader van vier kinderen vergreep zich eind 2004 voor het eerst aan zijn dochter. Op 27 april 2005 werd hij door zijn vrouw betrapt. Het echtpaar zocht daarop hulp voor de man en het kind. Dat resulteerde in een aangifte door de Raad voor de Kinderbescherming.De man gaf voor de rechtbank toe een verliefdheid voor het meisje te hebben ontwikkeld die verder ging dan een vader-dochterrelatie. Hoewel er bij de rechtbank nog geen psychologisch rapport was van het kind, is duidelijk dat het meisje nog steeds kampt met de gevolgen van de ontucht. Ze verbleef van januari tot afgelopen maand niet thuis vanwege de kwestie. De vader is inmiddels in behandeling. Volgens de reclassering worden daarbij goede resultaten geboekt.

Binnen de dadergroep zou hij een voortrekkersrol vervullen en gespitst zijn op het onder ogen zien van de ernst van de gepleegde feiten.

Justitie acht een gevangenisstraf evenwel op zijn plaats. „Therapie is nog geen straf”, aldus de officier van justitie. De advocaat van W. meent echter dat het in het belang van zowel de man als zijn dochter is wanneer de verhoudingen in het gezin hersteld worden.

De rechtbank doet op 19 september uitspraak.