Wallaboo knipoogt naar de kangoeroe
VLEUTEN - José Kok introduceerde jarenlang met succes nieuwe producten voor giganten als Campina, Unilever en Sara Lee. Nu doet ze met haar bedrijfje Wallaboo hetzelfde kunstje: ze bestormt de babymarkt met luiertassen en voetenzakken. „Je hoeft niet groot te zijn om toch bij winkeliers binnen te komen.”
Op het nippertje komt in maart van dit jaar de container uit het Verre Oosten in Nederland aan. De volgende dag staan alle babyspullen uitgestald op de negen-maanden-beurs, dé plek om jonge vaders en moeders te ontmoeten. De reacties zijn positief, de doorbraak van Wallaboo is een feit.Het idee voor Wallaboo ontstaat een jaar eerder. Kok merkt dat babyartikelen vooral functioneel zijn, mode staat op de tweede plaats. Vooral bij de voetenzakken voor kinderwagens valt dit op. „Afneembaar, wasbaar, maar mag het ook mooi zijn?”
Kok besluit om zelf iets te ontwerpen. Het resultaat laat ze aan vrouwen in haar omgeving zien. Vooral de variant met suède look valt in de smaak. De zak is gemaakt van microfiber suède, de voering is van imitatiebont. „Heel knuffelig. Niet superhip, dat ben ik zelf ook niet”
Sinds de negen-maanden-beurs stijgen de verkopen wekelijks. De grote voetenzak voor de kinderwagen kost 89 euro, de kleine variant voor een maxi-cosi bedraagt 45 euro. Een luiertas gaat voor 55 euro over de toonbank.
Inmiddels heeft Kok een punt gezet achter haar andere werk. „Ik werkte nog drie dagen bij Campina. ’s Ochtends was ik druk met de marketing van schoolmelk. Tussendoor probeerde ik ook mijn eigen spullen te verkopen. Dat werkte niet. Nu ben ik dus fulltime vertegenwoordiger.”
Wel gebruikt ze de opgedane kennis als accountmanager en productmanager voor haar eigen bedrijf. Toch aarzelt ze bij het beantwoorden van de vraag hoe ze zich onderscheidt. „Kun je altijd spreken van een gat in de markt? Ik kan er niet direct een vinger opleggen. Ik denk dat mijn producten vrouwen aanspreken die midden in het leven staan en niet alleen maar moeder zijn. Dames die een zwangerschap als een roze wolk beleven, kiezen wellicht minder snel voor Wallaboo.”
De verkopen verrassen haar. „Ik werkte bij grote bedrijven. Dan werk je vanuit een bepaalde machtspositie. Nu blijkt dat je ook als klein bedrijfje bij verkoopadressen binnenkomt. Winkeliers nemen het risico om mijn producten op te nemen in het assortiment. Dat geeft een kick.” Inmiddels liggen de zakken en tassen bij 25 verkoopadressen.
De naam Wallaboo komt van wallaby, een kleine Australische kangoeroe. De geborgenheid van de buidel sprak Kok aan. „De naam wallaby was echter niet meer patentvrij. Ook denk je al snel aan het pretpark Walibi. Daarom de naam Wallaboo. Dat klinkt nog leuk ook.”
De producten komen uit een fabriek in het Verre Oosten. Kok is daar zelf nog nooit geweest. „Ik werk met een handelsagent in België. Gelukkig maar, zakendoen met Chinezen is niet mijn sterkste kant. Het is zo’n andere cultuur, ze zeggen bijvoorbeeld nooit nee.”
Ze heeft geen zicht op de arbeidsomstandigheden in de Chinese fabrieken. „Walt Disney laat daar ook zijn producten maken. Ik ga ervan uit dat zij alles hebben gecontroleerd. De handelsagent kijkt daar natuurlijk ook rond. Ik vertrouw hem op zijn blauwe ogen.”
Kok is niet bang dat de babymarkt een verzadigingspunt bereikt. „Er is altijd ruimte voor nieuwe dingen. Sommige fabrikanten laten Nederland links liggen, daar profiteer ik van. Bovendien worden er ieder jaar 180.000 kinderen geboren, van wie 80.000 eerstgeborenen.”
De ambitie van de ondernemer uit Vleuten reikt ver, erg ver. „Ik wil graag dit jaar naar honderd verkooppunten in vijf landen: Nederland, Duitsland, België, Denemarken en Zweden.” Ze kent geen twijfel. „Het is geen product dat je alleen in de Amsterdamse grachtengordel verkoopt. Daarom zie ik het wel zitten.”