Koffiebranders moesten tot voor kort een licentievergoeding betalen aan Douwe Egberts om de pads te mogen maken. De supermarktketen Vomar Voordeelmarkt was het daar echter niet mee eens en bracht pads op de markt onder het eigen merk O’Lacy. Ook spande Vomar een zaak aan tegen Douwe Egberts, dat onderdeel is van het Amerikaanse concern Sara Lee.Albert Heijn, dat zelf ook koffiepads produceert, heeft lange tijd wel aan Douwe Egberts betaald, maar is daar jaren geleden al mee gestopt. Het besluit van het octrooibureau betekent dat Albert Heijn geen licentievergoedingen meer hoeft af te dragen.

Dat komt volgens het bedrijf de consument ten goede. „De vergoeding moest worden verrekend in de prijs van de koffiepads", zei de woordvoerster. „De consument is de winnaar", voegde ze daaraan toe. Ze wilde niet aangeven of Albert Heijn van plan is de prijs van koffiepads te verlagen.

Douwe Egberts reageerde donderdag teleurgesteld. „Het verlies van het octrooi betekent dat we onze investeringen niet kunnen terugverdienen", aldus een woordvoerster. De zegsvrouw kan niet aangeven wat het verlies van het octrooi betekent voor de omzet die Douwe Egberts haalt met de koffiepads. „In de afgelopen vijf jaar zijn er al veel varianten op de markt gekomen, die elkaar in prijs nauwelijks ontlopen. Douwe Egberts is nog altijd marktleider".

Vomar is verheugd over de uitspraak. „We streven naar een goede balans tussen de koffieproducten van het A–merk Douwe Egberts en ons eigen merk O’Lacy. Met de uitspraak over de koffiepads blijft de juiste concurrentieverhouding gewaarborgd", aldus de Alkmaarse supermarktketen.

Met de uitspraak van het bureau komt een eind aan een vijf jaar durend juridisch steekspel over de vermeende inbreuk op het octrooi van Douwe Egberts. Vorig jaar diende de zaak voor de Hoge Raad. Deze gaf Vomar in principe gelijk, onder voorwaarde dat ook het Europese Octrooibureau zou oordelen dat er geen sprake was van inbreuk.