Wereldkundig
De gebeurtenissen in het Midden-Oosten zetten de toon in de media, net als daaraan gerelateerde onderwerpen. Verder wordt de discussie over het ”geweten van Duitsland”, Günter Grass, voortgezet.
The GuardianMoralisten die de Duitse schrijver Günter Grass scherpe verwijten maken, staan in de traditie van de farizeeërs, schrijft de Engelse schrijver/criticus John Berger in The Guardian.
„Over hem als mens en over zijn geweldige werk als schrijver, schieten ze (de verwijten aan Grass, red.) er volledig naast. Ze zouden als lachwekkend afgedaan kunnen worden, maar als indicatie van een recent moreel klimaat in Europa zijn ze zorgwekkend. Dit is wat is overgebleven na het verlies van de levende ervaring, en we weten ten diepste dat het niet reëel is, maar ontkennen dat domweg.
Als 15-jarige jongen droomde Günter Grass ervan een dappere soldaat te zijn, hij ging vrijwillig in het leger en trad op 17-jarige leeftijd toe tot de Waffen-SS. Na een paar maanden, waarin hij bij geen enkele wreedheid betrokken was -buiten het dragen van een uniform dat terecht grote angst opriep-, werd hij krijgsgevangene en begon, met afschuw, iets te begrijpen van wat de eenheid waartoe hij behoord had begaan had. (…)
Dat hij naïef was toen hij 17 was, betekent alleen dat hij 17 was. In een verhaal zijn er nooit fouten, maar alleen de doorleving van de fouten. En hij heeft ze doorleefd, beter dan de meesten van ons hadden kunnen doen. (…) Voor de duidelijkheid teken ik een driehoek. Een van de punten daarvan is een diepe (en zeer pijnvolle) kennis door de menselijke ervaring. Grass’ oeuvre is daar een voorbeeld van. Het tweede punt van de driehoek is onwetendheid, het tegengestelde van de eerste. De bravoure van Grass’ beslissing om bij de Waffen-SS te gaan, is hier een voorbeeld van. Het derde punt is kennis noch onwetendheid, maar de simpele afwijzing van de ervaring. Dat is het punt van de moralisten. Dergelijke afwijzingen hebben een lange geschiedenis. Denk aan de farizeeërs.”
Granma
„Geen vijand kan ons verslaan”, verklaarde Raul Castro tegenover de Cubaanse staatskrant Granma. Raul neemt de honneurs waar voor zijn zieke broer, de Cubaanse leider Fidel. Waarom verschijnt Raul amper in het openbaar?
„Ik ben er eigenlijk niet aan gewend vaak in het openbaar te verschijnen, uitgezonderd wanneer dat nodig is. Veel taken gerelateerd aan Defensie horen niet in het publieke domein thuis en moeten met maximale zorg worden behandeld, en dat is als minister van Defensie altijd een van mijn fundamentele verantwoordelijkheden geweest. Bovendien ben ik altijd discreet geweest, dat is zo mijn manier en ik wil wel duidelijk maken dat ik dit zo wil houden. Maar het was niet de echte reden waarom ik niet vaak in de massamedia ben verschenen; dat was eenvoudig omdat het niet nodig was.”
Int. Herald Tribune
De Britse en de Franse minister van Binnenlandse Zaken, John Reid en Nicolas Sarkozy, schrijven in de International Herald Tribune hoe beide landen kunnen samenwerken in de bestrijding van terrorisme.
„Vorig jaar omarmde de EU een antiterreurstrategie. Deze strategie richt zich op vier kernpunten: voorkomen, beschermen, vervolgen en beantwoorden. Bovenal moeten we harder werken om te voorkomen dat Europese burgers overgaan tot terreur door het publiceren van onze ervaringen met radicalisering en werving in sociale kringen zoals scholen en godsdienstige groepen of via de media en internet. Er wordt al veel gedaan om te voorkomen dat gewelddadig gedrag wortel schiet bij jongeren door begrip te kweken voor de culturele diversiteit van Europa en de fundamentele gezamenlijke waarden waarop we moeten bouwen. Uiteindelijk moeten we bouwen aan een Europese samenleving die iedereen insluit.”
Süddeutsche Zeitung
In de Süddeutsche van maandag een reportage over de Turkse stranden. De ene keer hebben de badgasten te weinig aan, de andere keer te veel.
„Op een strand bij Izmir werd een meisje aangevallen, blijkbaar omdat ze een bikini droeg. Het overkwam Gülden Aydin, journalist van het dagblad Hürriyet, vooral echter haar dochter Ceren, een studente.
Ze waren voor vakantie op het schiereiland Karaburun en wilden een mooie dag op het strand doorbrengen. Waarschuwingen van de familie dat het strand sinds drie jaar in toenemende mate door streng islamitische geklede gezinnen wordt bezocht, sloegen ze in de wind.
De studente Ceren vertelde later tegen de politie dat op het strand een islamitisch geklede vrouw haar dochtertje vlak voor hen haar behoefte liet doen. Ceren vroeg daarop of de vrouw de plaats wilde schoonmaken.
Zo begon de strijd. Een paar mannen in lange zwembroeken kwamen de islamitische vrouw te hulp. „Bent u hier verantwoordelijk voor de hygiëne?” hadden ze geroepen. Toen greep een van de mannen Ceren bij de borst en schreeuwde: „Wij willen hier geen vuil dat bikini’s draagt.” Daarop reageerde de studente: „Dit is hier de Turkse republiek en als u dat niet past, vertrekt u maar naar Iran.” Daarop ontstond een handgemeen. De vechtpartij is tot dusver een incident (…). De seculiere elite vreest dat de AKP-partij Turkije in een islamitische staat à la Iran wil omturnen. Nog verder gaat de voorzitter van de vrouwenraad in Istanbul, Aydeniz Tuskan: De AKP wil dat de vrouwen net als in islamitische landen een sluier dragen en worden gestenigd.”
Samenstelling: buitenlandredactie