De Raad van State oordeelde onlangs dat de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) niet expliciet onwettig heeft gehandeld door via deze constructie een vergoeding uit de staatskas te eisen. Het ministerie van OCW was van plan 830.000 euro terug te vragen van de hogeschool en wil ook na de uitspraak van de Raad van State nog 7 ton terugvorderen.De handelwijze, die veel hogescholen volgden, kwam aan het licht in wat de hbo-fraude is gaan heten. Uit onderzoek bleek dat onderwijsinstellingen in de loop der jaren 108 miljoen euro ten onrechte hebben ontvangen.

Het kabinet is van mening dat het nooit de bedoeling kan zijn geweest dat met Nederlands belastinggeld buitenlandse studenten worden gefinancierd die geen onderwijs in Nederland volgen. De spoedwet die een einde moet maken aan de gewraakte constructie, is voor spoedadvies naar de Raad van State gestuurd.

Voorzitter Terpstra van de HBO-Raad onderschrijft de mening van het kabinet, maar noemt de spoedwet die het kabinet op voorstel van staatssecretaris Bruins (Onderwijs) heeft gemaakt, een „randverschijnsel.” Hij wil dat het ministerie van Onderwijs stopt met het langs juridische weg terugvorderen van geld dat hogescholen ten onrechte zouden hebben ontvangen. „Dat kan nog jaren als een loden last boven het hoger onderwijs blijven hangen”, aldus Terpstra.

Terpstra wil het dossier zo snel mogelijk van tafel hebben, omdat het fnuikend is voor het onderwijs en omdat de integriteit van bestuurders almaar ter discussie blijft staan. Hij stelt voor met het ministerie aan de onderhandelingstafel te gaan zitten om het dossier van de hbo-fraude in één keer af te kunnen wikkelen.

Met welke voorstellen de HBO-Raad dan komt, kan Terpstra nog niet zeggen. Volgende week zal hij de kwestie aan de orde stellen in zijn kennismakingsgesprek met de pas aangetreden staatssecretaris Bruins.