Vakbeweging verdeeld over kabinet-Balkenende
De vakbeweging is direct op dag van de installatie van het kabinet-Balkenende verdeeld. De vakcentrale FNV heeft maandag een waarschuwing doen uitgaan naar het kersverse kabinet dat de vakorganisatie voorbereidingen treft voor acties. De vakcentrale CNV noemt deze harde opstelling echter „onverstandig”.
De FNV stelt weliswaar dat „eerst een praattraject” met nieuwe bewindslieden wordt ingegaan, maar voorziet dat overleggen weinig nut zal hebben. „Wij zien een hardvochtig regeerakkoord liggen, dat flink gaat snijden in voorzieningen van werknemers en uitkeringsgerechtigden. Kijk bijvoorbeeld naar de afschaffing van de spaarloonregeling en bezuinigingen op Melkertbanen”, stelt een FNV-woordvoerder.
De stakingskas van de FNV wordt opengezet om toekomstige acties alvast te financieren. „We gaan nu al de infrastructuur en commandolijnen neerzetten, zodat we straks niet te laat zijn met onze acties. Voor je het weet is het Prinsjesdag en staat alles op papier vast”, aldus een woordvoerder van de FNV.
Deze opstelling is bij collega-vakorganisatie CNV in het verkeerde keelgat geschoten. „De messen worden nu al geslepen bij de FNV, maar wij kiezen liever voor het overlegmodel”, stelt een CNV-zegsman. Volgens de christelijke vakbeweging kunnen altijd nog actie worden georganiseerd als dat nodig blijkt.
Bij het CNV geloven ze dat iets waar je als sociale partners volledig achterstaat, zoals herziening van de WAO, ook het beste met argumenten kan verdedigen. Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben ook onlangs afgesproken dat ze de komende tijd hun WAO-plannen uit de Sociaal-Economische Raad gezamenlijk bij het nieuwe kabinet gaan verdedigen.
„Wij zullen nooit acties uitsluiten, maar willen ook niet het gesprek met het nieuwe kabinet onnodig bemoeilijken door bij voorbaat al met acties te dreigen”, verklaart de woordvoerder van CNV.
De FNV-zegsman verdedigt: „De messen zijn we misschien wel aan het slijpen, maar we houden ze voorlopig nog in het hakblok. We gaan heus niet met ministers praten met het mes in de hand.”