Inhaligheid kan WorldCom fataal worden
In het najaar van 1999 was WorldCom dichtbij een koppositie in de telecomwereld, nu rest het concern weinig anders dan proberen te overleven. Een enorme schuldenlast, maar vooral geknoei in de boekhouding hebben de afgrond zichtbaar gemaakt. WorldCom is het toonbeeld geworden van de inhaligheid die heerste bij telecombedrijven om maar te kunnen voldoen aan de hooggespannen verwachtingen op de beursvloer.
In oktober 1999 beleefde voormalig WorldCom-bestuursvoorzitter Bernie Ebbers zijn ’finest hour’. In een luxueus hotel in New York kondigde hij een bod van 115 miljard dollar in aandelen op concurrent Sprint aan, de grootste overname in de geschiedenis van zijn concern. Met Sprint zou WorldCom de wereld gaan veroveren.
Acht maanden later was van deze droom niet veel meer over. De Amerikaanse en Europese kartelautoriteiten verboden de overname, wat tot grote woede leidde bij Ebbers. Voor het eerst werd de flamboyante topman geconfronteerd met tegenslag.
Ebbers kon toen niet weten wat er allemaal zou volgen. Tot het najaar van 1999 verliep alles in zijn carrière eigenlijk op rolletjes. In 1983 begon hij met drie vrienden in Clinton, Mississippi, het telefoniebedrijfje LDDS nadat hij jaren had gefungeerd als manager van een hotelketen. Een sprong in het diepe was LDDS zeker, want in de eerste jaren werd weinig geld verdiend. Ebbers geloofde heilig in langeafstandstelefonie, maar klanten waren er amper.
Het geld begon pas binnen te stromen toen Ebbers een, naar later bleek succesvolle, strategie had bedacht: groeien door kopen. In negentien jaar tijd kocht Ebbers meer dan zestig bedrijven op, van klein tot groot.
In 1992 was er de eerste grote aankoop: Advanced Telecommunications. LDDS werd daarmee de op drie na grootste aanbieder van lange-afstandstelefonie in de VS. Twee jaar later volgde IBD WorldCom, waaraan WorldCom zijn huidige naam ontleent.
In 1997 verscheen WorldCom voor het eerste op het internationale toneel. Het concern kocht na een biedingsstrijd met British Telecom en GTE concurrent MCI. Op de Amerikaanse markt werd het daardoor een serieuze tegenhanger van AT&T, in Europa en andere delen van de wereld werden in rap tempo netwerken aangelegd. Ook in Nederland. WorldCom was een van de eerste buitenlandse bedrijven die de monopoliepositie van KPN aantastte. Waar Ebbers’ concern verscheen, sidderde de concurrentie.
Telecombedrijven hadden dan ook grote bezwaren toen WorldCom aangaf Sprint te willen kopen. Gevreesd werd dat de combinatie de internetinfrastructuur zou gaan beheersen, toen beschouwd als de geldmachine van de toekomst. De Europese en Amerikaanse kartelautoriteiten waren uiteindelijk bereid een heel eind met de bezwaren mee te gaan.
In juli 2000 gaf WorldCom de strijd om Sprint op nadat de Amerikaanse autoriteiten definitief zich niet konden vinden in de overname. Enkele maanden later tekende zich plots de neergang van de onderneming af. In november gaf het een winstwaarschuwing voor geheel 2001, wat een dramatisch jaar zou worden voor de telecomindustrie.